Engels

Uitgebreide vertaling voor neighbouring (Engels) in het Zweeds

neighbouring:

neighbouring bijvoeglijk naamwoord, Brits

  1. neighbouring (adjacent; adjoining; neighboring)
    angränsande; tillstötande
  2. neighbouring (adjacent; adjoining; neighboring)
    intilliggande
  3. neighbouring (adjacent; adjoining; neighboring)
    angränsande; angränsat
  4. neighbouring (surrounding; adjacent; neighboring)
    kringliggande
  5. neighbouring (surrounding; neighboring)
    närbelägen; närbeläget

neighbouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the neighbouring (surrounding; neighboring)
    närområde; omgivning

Vertaal Matrix voor neighbouring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
närområde neighboring; neighbouring; surrounding
omgivning neighboring; neighbouring; surrounding environment; environs; neighborhood; neighbourhood; vicinity
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adjacent; conterminous; contiguous; neighboring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angränsande adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
angränsat adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
intilliggande adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
kringliggande adjacent; neighboring; neighbouring; surrounding
närbelägen neighboring; neighbouring; surrounding
närbeläget neighboring; neighbouring; surrounding
tillstötande adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring

Synoniemen voor "neighbouring":


Verwante vertalingen van neighbouring