Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
- neatly:
-
neat:
- anständig; tillbörligt; anständigt; ärbar; ärbart; ordentligt; prydlig; prydligt; städat; ren; skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt; fort; ordnat; snygg och prydligt; snyggt och prydligt; ordninsgssam; ordninsgssamt; muntert; munter; respektabel; respektabelt
-
Wiktionary:
- neat → prydlig
- neat → proper, prydlig, tilltalande, angenäm
Engels
Uitgebreide vertaling voor neatly (Engels) in het Zweeds
neatly:
Vertaal Matrix voor neatly:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
städat | tidiness | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ordningssamt | cleanly; neatly; tidy | |
prydlig | cleanly; neatly; tidy | becoming; befitting; clean; decorative; first-class; first-rate; fitting; natty; neat; ornamental; posh; proper; slick; smart; spick and span; swell; tidy; tip-top; top-notch |
prydligt | cleanly; neatly; tidy | becoming; befitting; clean; decorative; first-class; first-rate; fitting; natty; neat; ornamental; posh; proper; slick; smart; spick and span; spruce; swell; tidy; tip-top; top-notch |
städad | cleanly; neatly; tidy | arranged; cleaned; cleansed; orderly; tidied |
städat | cleanly; neatly; tidy | arranged; clean; cleaned; cleansed; neat; orderly; tidied; tidy |
Verwante woorden van "neatly":
Verwante definities voor "neatly":
neatly vorm van neat:
-
neat (decent; proper; respectable)
anständig; tillbörligt; anständigt; ärbar; ärbart-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
tillbörligt bijvoeglijk naamwoord
-
anständigt bijvoeglijk naamwoord
-
ärbar bijvoeglijk naamwoord
-
ärbart bijvoeglijk naamwoord
-
-
neat (clean; tidy)
ordentligt; prydlig; prydligt-
ordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
prydlig bijvoeglijk naamwoord
-
prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
neat (tidy; clean)
-
neat (dexterous; proficient; capable; skilful; handy; nimble; adroit; expert; able; skillful)
skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt-
skickligt bijvoeglijk naamwoord
-
händigt bijvoeglijk naamwoord
-
kunnigt bijvoeglijk naamwoord
-
duktig bijvoeglijk naamwoord
-
kunnig bijvoeglijk naamwoord
-
duktigt bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdig bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
neat (fast; quick; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; clever; handy; expert; skillful)
-
neat (tidy; orderly)
ordnat; snygg och prydligt; snyggt och prydligt-
ordnat bijvoeglijk naamwoord
-
snygg och prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
snyggt och prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
neat (tidy)
prydlig; prydligt; städat; ordninsgssam; ordninsgssamt-
prydlig bijvoeglijk naamwoord
-
prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
städat bijvoeglijk naamwoord
-
ordninsgssam bijvoeglijk naamwoord
-
ordninsgssamt bijvoeglijk naamwoord
-
-
neat (cheerful; enthusiastic; happy; gay; bright; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; tidy; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; colourful; funny; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
-
neat (honourable; respectable; decent; honorable)
respektabel; respektabelt; ärbart-
respektabel bijvoeglijk naamwoord
-
respektabelt bijvoeglijk naamwoord
-
ärbart bijvoeglijk naamwoord
-