Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nap:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor nap (Engels) in het Zweeds

nap:

nap

  1. nap
  2. nap

nap [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nap (afternoon nap; siesta; after lunch nap)
    eftermiddags vila; siesta
  2. the nap (cat-nap; dog-sleep; snatch of sleep)
    tupplur
    • tupplur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eftermiddags vila after lunch nap; afternoon nap; nap; siesta
siesta after lunch nap; afternoon nap; nap; siesta afternoon-nap; siesta
tupplur cat-nap; dog-sleep; forty winks; nap; snatch of sleep dozing; drowsing; napping; snoozing
- Napoleon; cat sleep; catnap; forty winks; pile; short sleep; sleep; snooze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- catch a wink; catnap
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
blund nap
lugg nap

Verwante woorden van "nap":


Synoniemen voor "nap":


Verwante definities voor "nap":

  1. a card game similar to whist; usually played for stakes1
  2. sleeping for a short period of time (usually not in bed)1
  3. the yarn (as in a rug or velvet or corduroy) that stands up from the weave1
  4. a soft or fuzzy surface texture1
  5. a period of time spent sleeping1
  6. take a siesta1
    • She naps everyday after lunch for an hour1

Wiktionary: nap

nap
verb
  1. To have a nap
noun
  1. a short period of sleep, especially during the day

Cross Translation:
FromToVia
nap tupplur Nickerchen — kurzer Schlaf während des Tages

Verwante vertalingen van nap