Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. manners:
  2. manner:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor manners (Engels) in het Zweeds

manners:

manners [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manners (morals)
    uppförande; beteende; personligt uppträdande
  2. the manners (good breeding; courtesy; decency; )
    god uppfostran; etikett; artighet
  3. the manners (behaviour; behavior)

manners

  1. manners
  2. manners
  3. manners
  4. manners

Vertaal Matrix voor manners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artighet civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety chastity; courtesy; decency; modesty; politeness; solidity; soundness; virtue
beteende manners; morals bearing; behavior; behaviour; conduct; demeanor; demeanour; deportment; way of behaving
etikett civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety adhesive label; decorum; etiquette; label; note tag; paster; rules of etiquette; social convention; sticker; tag; ticket
god uppfostran civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety
personligt uppträdande manners; morals
uppförande manners; morals bearing; behavior; behaviour; conduct; conductivity; demeanor; demeanour; deportment; way of behaving
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
fasoner manners
folkvett manners
hyfs manners
pli manners
åthävor behavior; behaviour; manners

Verwante woorden van "manners":


Synoniemen voor "manners":


Verwante definities voor "manners":

  1. social deportment1
    • he has the manners of a pig1

manners vorm van manner:

manner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manner (method; way; methodology; mode; course)
    sätt; metod
    • sätt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • metod [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metod course; manner; method; methodology; mode; way manufacturing process; method; method of working; mode of operation; operation procedure; procedure; routine; system; working method
sätt course; manner; method; methodology; mode; way fashion; trend
- fashion; mode; personal manner; style; way

Verwante woorden van "manner":


Synoniemen voor "manner":


Verwante definities voor "manner":

  1. a way of acting or behaving1
  2. how something is done or how it happens1
    • her dignified manner1
    • his rapid manner of talking1
  3. a kind1
    • what manner of man are you?1

Wiktionary: manner

manner
noun
  1. way of performing or effecting; method or style

Cross Translation:
FromToVia
manner maner Maniernur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart
manner vis WeiseArt, Methode, Art und Weise
manner maner; sätt manièrefaçon dont une chose se produire.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van manners