Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. manner:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor manner (Engels) in het Zweeds

manner:

manner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manner (method; way; methodology; mode; course)
    sätt; metod
    • sätt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • metod [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metod course; manner; method; methodology; mode; way manufacturing process; method; method of working; mode of operation; operation procedure; procedure; routine; system; working method
sätt course; manner; method; methodology; mode; way fashion; trend
- fashion; mode; personal manner; style; way

Verwante woorden van "manner":


Synoniemen voor "manner":


Verwante definities voor "manner":

  1. a way of acting or behaving1
  2. how something is done or how it happens1
    • her dignified manner1
    • his rapid manner of talking1
  3. a kind1
    • what manner of man are you?1

Wiktionary: manner

manner
noun
  1. way of performing or effecting; method or style

Cross Translation:
FromToVia
manner maner Maniernur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart
manner vis WeiseArt, Methode, Art und Weise
manner maner; sätt manièrefaçon dont une chose se produire.

Verwante vertalingen van manner