Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lumber:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lumber (Engels) in het Zweeds

lumber:

lumber [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lumber (hotchpotch; omnium gatherum)
    hopkok; sammelsurium; mischmasch

Vertaal Matrix voor lumber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hopkok hotchpotch; lumber; omnium gatherum bag and baggage; caboodle; hotchpotch
mischmasch hotchpotch; lumber; omnium gatherum bag and baggage; caboodle; discards; hodgepodge; hotchpotch; hotpot; jumble; stew
sammelsurium hotchpotch; lumber; omnium gatherum discards; jumble; mess up
- baseball bat; timber; timbre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- log; pound

Verwante woorden van "lumber":

  • lumbers

Synoniemen voor "lumber":


Verwante definities voor "lumber":

  1. an implement used in baseball by the batter1
  2. the wood of trees cut and prepared for use as building material1
  3. cut lumber, as in woods and forests1
  4. move heavily or clumsily1
    • The heavy man lumbered across the room1

Wiktionary: lumber

lumber
noun
  1. wood as building material

Cross Translation:
FromToVia
lumber byggträ Bauholz — Holz, das sich besonders als Baustoff eignet

Verwante vertalingen van lumber