Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor intimacy (Engels) in het Zweeds

intimacy:

intimacy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the intimacy (companionableness; cosiness; chumminess; snugness; coziness)
    intimität
  2. the intimacy (love; warm heartedness; affection; )
    kärlek; tillgivenhet

Vertaal Matrix voor intimacy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intimität chumminess; companionableness; cosiness; coziness; intimacy; snugness
kärlek affection; ardor; ardour; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness darling; dear; love
tillgivenhet affection; ardor; ardour; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness accretion; affection; attachment; dedication; devotion; fastening; fondness; tenderness
- affair; affaire; amour; closeness; familiarity; involvement; liaison
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärlek love
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtrolighet familiarity; intimacy confidentiality
innerlighet intimacy; sincerity

Verwante woorden van "intimacy":

  • intimacies

Synoniemen voor "intimacy":


Verwante definities voor "intimacy":

  1. close or warm friendship1
    • the absence of fences created a mysterious intimacy in which no one knew privacy1
  2. a feeling of being intimate and belonging together1
  3. a usually secretive or illicit sexual relationship1