Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. interior:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor interior (Engels) in het Zweeds

interior:

interior [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the interior
    interiör; insida
  2. the interior (inner side; inside; inner)
    insida; inre
    • insida [-en] zelfstandig naamwoord
    • inre zelfstandig naamwoord
  3. the interior (internal)
    innuti
    • innuti zelfstandig naamwoord

interior bijvoeglijk naamwoord

  1. interior (inner; inside; internal; inward)
    inre
    • inre bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor interior:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innuti interior; internal
inre inner; inner side; inside; interior
insida inner; inner side; inside; interior
interiör interior
- inside
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- home; inner; internal; midland; national; upcountry
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innuti inside; on the inside
inre inner; inside; interior; internal; inward internal

Verwante woorden van "interior":


Synoniemen voor "interior":


Antoniemen van "interior":


Verwante definities voor "interior":

  1. of or coming from the middle of a region or country1
  2. inside and toward a center1
    • interior regions of the earth1
  3. located inward1
    • she thinks she has no soul, no interior life, but the truth is that she has no access to it1
  4. situated within or suitable for inside a building1
    • an interior scene1
    • interior decoration1
    • an interior bathroom without windows1
  5. inside the country1
  6. the inner or enclosed surface of something1
  7. the region that is inside of something1

Wiktionary: interior

interior
noun
  1. the inside of an enclosed structure

Cross Translation:
FromToVia
interior inredning Einrichtung — (Wohnung) Möbel und Dekoration

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van interior