Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
-
intelligent:
- klipsk; slug; intelligent; skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt; bildad; smart; förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; talangfullt; begåvat
-
Wiktionary:
- intelligent → intelligent, klyftig, klok
- intelligent → intelligent, klok
Engels
Uitgebreide vertaling voor intelligent (Engels) in het Zweeds
intelligent:
-
intelligent (smart; knowledgable; bright; wise; sensible; brainy; clever; sharp; brilliant)
klipsk; slug; intelligent-
klipsk bijvoeglijk naamwoord
-
slug bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (astute; clever; wise; bright; ingenious; sagacious; smart; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful)
skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt-
skarpsinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslug bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
listigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslugt bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (educated; erudite; smart; clever)
-
intelligent (sensible; wise; right-thinking; sane; clever; bright; smart)
förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; talangfullt; begåvat-
förståndig bijvoeglijk naamwoord
-
klokt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvad bijvoeglijk naamwoord
-
kvick bijvoeglijk naamwoord
-
talangfull bijvoeglijk naamwoord
-
fyndigt bijvoeglijk naamwoord
-
kvickt bijvoeglijk naamwoord
-
talangfullt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor intelligent:
Verwante woorden van "intelligent":
Synoniemen voor "intelligent":
Antoniemen van "intelligent":
Verwante definities voor "intelligent":
Wiktionary: intelligent
intelligent
Cross Translation:
adjective
-
characterized by thoughtful interaction
- intelligent → intelligent
-
of high or especially quick cognitive capacity, bright
- intelligent → klyftig; klok; intelligent
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intelligent | → intelligent | ↔ intelligent — geistig begabt, von guter Auffassungsgabe, einsichtig, klug, Beziehungen kennend |
• intelligent | → klok | ↔ klug — mit scharfem Verstand und logischem Denkvermögen ausgestattet; mit gut entwickelter denkenFähigkeit |