Engels
Uitgebreide vertaling voor instructive (Engels) in het Zweeds
instructive:
-
instructive (informative)
lärorikt; informativ; informativt; instruktiv; instruktivt-
lärorikt bijvoeglijk naamwoord
-
informativ bijvoeglijk naamwoord
-
informativt bijvoeglijk naamwoord
-
instruktiv bijvoeglijk naamwoord
-
instruktivt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor instructive:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | informative | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
informativ | informative; instructive | |
informativt | informative; instructive | |
instruktiv | informative; instructive | |
instruktivt | informative; instructive | |
lärorikt | informative; instructive |
Verwante woorden van "instructive":
Synoniemen voor "instructive":
Antoniemen van "instructive":
Verwante definities voor "instructive":
Wiktionary: instructive
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• instructive | → lärorik | ↔ lehrreich — so, dass man daraus oder dadurch viel lernen; die Erfahrung und das Wissen bereichernd |
• instructive | → lärorik | ↔ instructif — Qui instruit, en parlant des choses. |
instructive vorm van instruct:
Conjugations for instruct:
present
- instruct
- instruct
- instructs
- instruct
- instruct
- instruct
simple past
- instructed
- instructed
- instructed
- instructed
- instructed
- instructed
present perfect
- have instructed
- have instructed
- has instructed
- have instructed
- have instructed
- have instructed
past continuous
- was instructing
- were instructing
- was instructing
- were instructing
- were instructing
- were instructing
future
- shall instruct
- will instruct
- will instruct
- shall instruct
- will instruct
- will instruct
continuous present
- am instructing
- are instructing
- is instructing
- are instructing
- are instructing
- are instructing
subjunctive
- be instructed
- be instructed
- be instructed
- be instructed
- be instructed
- be instructed
diverse
- instruct!
- let's instruct!
- instructed
- instructing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor instruct:
Verwante woorden van "instruct":
Synoniemen voor "instruct":
Verwante definities voor "instruct":
Computer vertaling door derden: