Instruction in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

instruction:
- uppdrag; order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik; förklaring; briefing; föreskrift; undervisning; kurs; lärande; instruction; lektion; bruksanvisning; handbok; läxa; tjänsteuppdrag
Wiktionary:
- instruction → instruktion, skolväsen, undervisning, instruktör
- instruction → instruktion, undervisning, latinundervisning

Engels

Uitgebreide vertaling voor instruction (Engels) in het Zweeds

instruction:

instruction [the ~] zelfstandig naamwoord

the instruction (orders)
uppdrag; order; instruktion
- uppdrag [-ett] zelfstandig naamwoord
- order [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (command; assignment; order; shibboleth; parole; cue; motto)
order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik
- order [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
- uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
- anvisning [-en] zelfstandig naamwoord
- vink [-en] zelfstandig naamwoord
- stickreplik [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (briefing)
förklaring; briefing; instruktion
- förklaring [-en] zelfstandig naamwoord
- briefing zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (assignment; order; command)
föreskrift; instruktion; undervisning; anvisning
- föreskrift [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- undervisning [-en] zelfstandig naamwoord
- anvisning [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (course; education; lesson; tuition; curriculum; teaching)
kurs; lärande; instruction; lektion
- kurs [-en] zelfstandig naamwoord
- lärande zelfstandig naamwoord
- instruction zelfstandig naamwoord
- lektion [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (manual; guidebook; handbook; instruction book)

– a message describing how something is to be done ¹
bruksanvisning; handbok
- bruksanvisning [-en] zelfstandig naamwoord
- handbok [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (tuition; lesson)
undervisning; lektion; läxa
- undervisning [-en] zelfstandig naamwoord
- lektion [-en] zelfstandig naamwoord
- läxa [-en] zelfstandig naamwoord
the instruction (mandate; commission; order)
tjänsteuppdrag
- tjänsteuppdrag zelfstandig naamwoord
the instruction

– An action statement in any computer language, most often in machine or assembly language. Most programs consist of two types of statements: declarations and instructions. ²
instruktion
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor instruction:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anvisning	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
befallning	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	calls; citations; command; commands; order; orders; summons
briefing	briefing; instruction
bruksanvisning	guidebook; handbook; instruction; instruction book; manual	allocations; directions for use; directory; handbook; indications; instructions; instructions for use; manual; operation instructions
föreskrift	assignment; command; instruction; order	compass; instructions; issuing of rules; official regulation; precept; prescription; recommendation; regulation; rule; rules
förklaring	briefing; instruction	commentary; declaration; decree; elucidation; explanation; glorification; idolizing; information; interpretation; legend; paraphrase; particulars; reading; version
handbok	guidebook; handbook; instruction; instruction book; manual	charter; companion; directory; guide; guidebook; handbook; house rules; information guide; instruction book; instruction booklet; instructions; instructions for use; manual; statute
instruction	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition
instruktion	assignment; briefing; command; cue; instruction; motto; order; orders; parole; shibboleth	action; direction
kurs	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	course; direction; market quotation; price; quotation; rate; stock price; study; value
lektion	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	class; course; lesson; lesson hour
lärande	course; curriculum; education; instruction; lesson; teaching; tuition	acquiring; cleverness; erudition; expertise; knowledge; learning; scholarship
läxa	instruction; lesson; tuition
order	assignment; command; cue; instruction; motto; order; orders; parole; shibboleth	command; commands; commissions; delivery; order; orders
stickreplik	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
tjänsteuppdrag	commission; instruction; mandate; order
undervisning	assignment; command; instruction; lesson; order; tuition	education; lecture; schooling; training
uppdrag	instruction; orders	case; command; commission; commissions; mandates; order; orders; powers of attorney; proxies
uppgift	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	assignment; chore; duties; job; labor; labour; problem; problematical case; problems; question; statement; summary; task; to-do; to-do item; work; working; workpiece
vink	assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth	gesture; hand; pointer
-	command; didactics; direction; education; educational activity; pedagogy; program line; statement; teaching

Verwante woorden van "instruction":

instructions

Synoniemen voor "instruction":

direction; message; content; subject matter; substance
education; teaching; pedagogy; didactics; educational activity; activity
education
command; statement; program line; code; computer code

Verwante definities voor "instruction":

the activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill¹
- our instruction was carefully programmed¹
the profession of a teacher¹
(computer science) a line of code written as part of a computer program¹
a message describing how something is to be done¹
An action statement in any computer language, most often in machine or assembly language. Most programs consist of two types of statements: declarations and instructions.²

Wiktionary: instruction

instruction

noun

single operation of a processor
- instruction → instruktion
act of instructing, teaching, or furnishing with knowledge; information
- instruction → skolväsen; undervisning; instruktion
that which instructs, or with which one is instructed
- instruction → instruktör

Cross Translation:

From	To	Via
• instruction	→ instruktion; undervisning	↔ Belehrung — Vermittlung von Kenntnissen; abwertend: Zurechtweisung
• instruction	→ latinundervisning	↔ Lateinunterricht — Schule, Hochschule: Unterricht, der vor allem die lateinische Sprache und Literatur zum Gegenstand hat
• instruction	→ undervisning	↔ Unterricht — meist Singular: regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten von einem oder mehren Lehrern an einen oder mehr Schüler

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van instruction

Remove Ads

Vertaal instruction van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor instruction (Engels) in het Zweeds

instruction:

instruction [the ~] zelfstandig naamwoord

the instruction (orders)

the instruction (command; assignment; order; shibboleth; parole; cue; motto)

the instruction (briefing)

the instruction (assignment; order; command)

the instruction (course; education; lesson; tuition; curriculum; teaching)

the instruction (manual; guidebook; handbook; instruction book)

the instruction (tuition; lesson)

the instruction (mandate; commission; order)

the instruction

Vertaal Matrix voor instruction:

Verwante woorden van "instruction":

Synoniemen voor "instruction":

Verwante definities voor "instruction":

Wiktionary: instruction

Verwante vertalingen van instruction