Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor inspector (Engels) in het Zweeds

inspector:

inspector [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inspector (ticket inspector; examinator)
    kontrollant; inspektör; granskare; inspektor
  2. the inspector (examiner)
    undersökare; inspektör
  3. the inspector (sampler)
    provtagare; provsmakare

Vertaal Matrix voor inspector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
granskare examinator; inspector; ticket inspector reviewer
inspektor examinator; inspector; ticket inspector bailiff; dikereef
inspektör examinator; examiner; inspector; ticket inspector
kontrollant examinator; inspector; ticket inspector controller
provsmakare inspector; sampler sampler
provtagare inspector; sampler sampler
undersökare examiner; inspector detective; investigator; sleuth
- examiner
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kontrollör checker; comptroller; controller; inspector; supervisor

Verwante woorden van "inspector":


Synoniemen voor "inspector":


Verwante definities voor "inspector":

  1. an investigator who observes carefully1
  2. a high ranking police officer1

Wiktionary: inspector


Cross Translation:
FromToVia
inspector besiktningsman; inspektor inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van inspector