Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. insanity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor insanity (Engels) in het Zweeds

insanity:

insanity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the insanity (mental derangement; lunacy; mental illness)
    mental sjuka; mental förvirring
  2. the insanity (mental derangement; madness; craziness; )
    konstig; galen; mental fel
  3. the insanity (derangement of mind; mental disorder; mental disturbance; mental illness; mental derangement)
    mental sjuka

Vertaal Matrix voor insanity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galen craziness; derangement; idiocy; inanity; insanity; lunacy; madness; mental derangement; mental illness
konstig craziness; derangement; idiocy; inanity; insanity; lunacy; madness; mental derangement; mental illness
mental fel craziness; derangement; idiocy; inanity; insanity; lunacy; madness; mental derangement; mental illness
mental förvirring insanity; lunacy; mental derangement; mental illness
mental sjuka derangement of mind; insanity; lunacy; mental derangement; mental disorder; mental disturbance; mental illness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galen bonkered; cracked; crackers; fanatic; maniacal; nuts; potty; round the bend
konstig absurd; alien; atypical; bizarre; crazy; exotic; fanciful; foreign; funny; odd; outlandish; queer; strange

Verwante woorden van "insanity":

  • insanities

Synoniemen voor "insanity":


Antoniemen van "insanity":

  • sanity

Verwante definities voor "insanity":

  1. relatively permanent disorder of the mind1

Wiktionary: insanity

insanity
noun
  1. state of being insane

Cross Translation:
FromToVia
insanity vanvett; vansinne waanzin — het lijden aan een geestesstoornis
insanity delirium Delirium — Geisteszustand mit gestörter Sinneswahrnehmung
insanity sinnesförvirring IrrsinnPsychiatrie, veraltet: ein kranker Geisteszustand, Geistesgestörtheit
insanity galenskap; vansinne WahnsinnGeisteskrankheit, bei der man nicht mehr zurechnungsfähig ist
insanity vansinne; vanvett affolementétat d’une personne affoler.