Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. imposing:
  2. impose:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor imposing (Engels) in het Zweeds

imposing:

imposing bijvoeglijk naamwoord

  1. imposing (impressive; enormous; grandiose; grand)
    enorm; enormt
    • enorm bijvoeglijk naamwoord
    • enormt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor imposing:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- baronial; distinguished; grand; magisterial; noble; stately
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
aktningsbjudande commanding respect; imposing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enorm enormous; grand; grandiose; imposing; impressive awful; big; colossal; considerable; conspicuous; enormous; gigantic; great; huge; immeasurable; immense; infinite; large; notable; remarkable; respectable; striking; stupendous; substantial; tall; titanic; to a huge extent; tremendous; vast; very big
enormt enormous; grand; grandiose; imposing; impressive awful; big; colossal; considerable; conspicuous; enormous; enormously; gigantic; great; huge; immeasurable; immense; immensely; infinite; large; mountainous; notable; remarkable; respectable; striking; stupendous; substantial; tall; titanic; to a huge extent; towering; tremendous; vast; very big

Verwante woorden van "imposing":

  • unimposing

Synoniemen voor "imposing":


Verwante definities voor "imposing":

  1. used of a person's appearance or behavior; befitting an eminent person1
    • the monarch's imposing presence1
  2. impressive in appearance1
    • an imposing residence1

impose:

impose

  1. impose (mark up)

Vertaal Matrix voor impose:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bring down; enforce; inflict; levy; visit
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pålägga impose; mark up

Verwante woorden van "impose":


Synoniemen voor "impose":


Verwante definities voor "impose":

  1. impose something unpleasant1
  2. impose and collect1
  3. compel to behave in a certain way1
    • Social relations impose courtesy1

Wiktionary: impose


Cross Translation:
FromToVia
impose tränga sig på; pracka på aufdrängentransitiv: jemanden oder etwas über ein erwünschtes Maß hinaus zukommen lassen
impose ta ut; ta upp erhebentransitiv: Anspruch auf ein Recht geltend machen
impose påtvinga oktroyieren — (transitiv) jemandem etwas aufzwingen, aufdrängen
impose tränga sig in; framtvingas imposer — Traductions à trier suivant le sens