Engels
Uitgebreide vertaling voor imperative (Engels) in het Zweeds
imperative:
-
imperative (essential; necessary; necessarily; required; of necessity; needfully; inevitable; inevitably; urgent; vital; pressing)
nödvändig; av största vikt; nödvändigt; essentiellt; oundvikligt-
nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
av största vikt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
oundvikligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperative (inevitable; unavoidable; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite)
nödvändigt; definitivt; oundvikligt; oåterkallelig; definitiv; oåterkalleligt-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
definitivt bijvoeglijk naamwoord
-
oundvikligt bijvoeglijk naamwoord
-
oåterkallelig bijvoeglijk naamwoord
-
definitiv bijvoeglijk naamwoord
-
oåterkalleligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperative (compelling)
-
imperative
-
imperative (highly necessary; necessary; essential; urgent; vital; necessarily; with haste; pressing)
oumbärlig; essentiellt; högst nödvändigt; oumbärligt; högst nödvändig-
oumbärlig bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
högst nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
oumbärligt bijvoeglijk naamwoord
-
högst nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
-
the imperative
-
the imperative (essence; heart of the matter)
väsentligheten-
väsentligheten zelfstandig naamwoord
-
-
imperative
-
imperative (indispensable)
Vertaal Matrix voor imperative:
Verwante woorden van "imperative":
Synoniemen voor "imperative":
Antoniemen van "imperative":
Verwante definities voor "imperative":
Wiktionary: imperative
imperative
Cross Translation:
adjective
-
of, or relating to the imperative mood
- imperative → imperativ
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imperative | → imperativ | ↔ Imperativ — Linguistik: grammatische Kategorie der Konjugation des Verbs, die benutzt wird, um Aufforderungen oder Befehle auszudrücken |