Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. idiom:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor idiom (Engels) in het Zweeds

idiom:

idiom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the idiom
    idiom
    • idiom [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the idiom (expressions)
    uttryck; idiom
    • uttryck [-ett] zelfstandig naamwoord
    • idiom [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the idiom (vocabulary)
    vokabulär; ordförråd

Vertaal Matrix voor idiom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idiom expressions; idiom
ordförråd idiom; vocabulary lexicon; vocabulary
uttryck expressions; idiom comment; declaration; expression; expression of opinion; facial expression; letting out; look; meaning; phrase; remark; saying; statement; term; turn of phrase; utterance
vokabulär idiom; vocabulary lexicon; vocabulary
- accent; artistic style; dialect; idiomatic expression; parlance; phrasal idiom; phrase; set phrase

Verwante woorden van "idiom":

  • idioms

Synoniemen voor "idiom":


Verwante definities voor "idiom":

  1. the style of a particular artist or school or movement1
    • an imaginative orchestral idiom1
  2. a manner of speaking that is natural to native speakers of a language1
  3. an expression whose meanings cannot be inferred from the meanings of the words that make it up1
  4. the usage or vocabulary that is characteristic of a specific group of people1

Wiktionary: idiom

idiom
noun
  1. expression peculiar to a given language

Cross Translation:
FromToVia
idiom idiom taaleigen — uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal
idiom idiom idioom — een bijzondere uitdrukking in een bepaalde taal die samengesteld is door eigenaardig taalgebruik
idiom idiom Idiom — eigentümliche Sprechweise einer Personengruppe
idiom idiom Idiom — feste Redewendung, Wortverbindung
idiom uttryck locution — linguistique|fr Unité fonctionnelle du langage, composée de plusieurs mots graphiques, appartenant à la langue et devant être apprise en tant que forme globale non divisible.