Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. his:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor his (Engels) in het Zweeds

his:

his bijvoeglijk naamwoord

  1. his (its; one's)
    hans
    • hans bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor his:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hans his
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hans his; its; one's

Verwante woorden van "his":


Wiktionary: his

his
en-pron
  1. that which belongs to him
  2. attributive: belonging to him

Cross Translation:
FromToVia
his hans; hennes; dess seineine Form des Possessivpronomens „sein, seine, sein“: drückt das Eigentum, den Besitz einer Person an einer Sache oder Person aus, beziehungsweise umgekehrt die Zugehörigkeit

Verwante vertalingen van his