Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
- harden:
-
hard:
- svårt; svår; hårt; grym; hård; kyligt; kallt; grymt; kallsinnigt; utan medlidande; hårdhudad; tufft; råbarkat; tuff; grovt; våldsamt; hårdhudat; kritiskt; problematiskt; prövande; riskfyllt; farlig; farligt; kalkhaltig; kalkhaltigt
- hårt; påkostande; slitsam; slitsamt
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor harden (Engels) in het Zweeds
harden:
-
to harden (steel; toughen; iron; become hard)
Conjugations for harden:
present
- harden
- harden
- hardens
- harden
- harden
- harden
simple past
- hardened
- hardened
- hardened
- hardened
- hardened
- hardened
present perfect
- have hardened
- have hardened
- has hardened
- have hardened
- have hardened
- have hardened
past continuous
- was hardening
- were hardening
- was hardening
- were hardening
- were hardening
- were hardening
future
- shall harden
- will harden
- will harden
- shall harden
- will harden
- will harden
continuous present
- am hardening
- are hardening
- is hardening
- are hardening
- are hardening
- are hardening
subjunctive
- be hardened
- be hardened
- be hardened
- be hardened
- be hardened
- be hardened
diverse
- harden!
- let's harden!
- hardened
- hardening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
harden (become harden; become hardened; hardened)
Vertaal Matrix voor harden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hårda | harden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
härda | become hard; harden; iron; steel; toughen | |
hårdna | become hard; harden; iron; steel; toughen | |
- | indurate; inure; season; temper | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förhärdas | become harden; become hardened; harden; hardened |
Verwante woorden van "harden":
Synoniemen voor "harden":
Antoniemen van "harden":
Verwante definities voor "harden":
harden vorm van hard:
-
hard (difficult; tough; awkward; burdensome; heavy; massive; stiff)
-
hard (callous; harsh; heartless; ruthless; merciless; cruel; relentless; pitiless)
hårt; grym; hård; kyligt; kallt; grymt; kallsinnigt; utan medlidande-
hårt bijvoeglijk naamwoord
-
grym bijvoeglijk naamwoord
-
hård bijvoeglijk naamwoord
-
kyligt bijvoeglijk naamwoord
-
kallt bijvoeglijk naamwoord
-
grymt bijvoeglijk naamwoord
-
kallsinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
utan medlidande bijvoeglijk naamwoord
-
-
hard (hard-handed; rough; harsh; violent)
-
hard (critical; difficult; problematic; trying)
svårt; kritiskt; problematiskt; svår; prövande-
svårt bijvoeglijk naamwoord
-
kritiskt bijvoeglijk naamwoord
-
problematiskt bijvoeglijk naamwoord
-
svår bijvoeglijk naamwoord
-
prövande bijvoeglijk naamwoord
-
-
hard (critical; precarious; worrisome; awkward; perilous; review; painful)
-
hard (hard as stone; abrasive; stone-hard; hard as steel; iron-hard; as hard as a nails; hard as iron)
-
hard (calcareous; calciferous; limy)
-
hard
-
hard
-
hard (strenuous)
Vertaal Matrix voor hard:
Verwante woorden van "hard":
Synoniemen voor "hard":
Antoniemen van "hard":
Verwante definities voor "hard":
Wiktionary: hard
hard
Cross Translation:
adjective
Cross Translation: