Engels
Uitgebreide vertaling voor handy (Engels) in het Zweeds
handy:
-
handy (useful)
-
handy (dexterous; proficient; capable; skilful; nimble; neat; adroit; expert; able; skillful)
skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt-
skickligt bijvoeglijk naamwoord
-
händigt bijvoeglijk naamwoord
-
kunnigt bijvoeglijk naamwoord
-
duktig bijvoeglijk naamwoord
-
kunnig bijvoeglijk naamwoord
-
duktigt bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdig bijvoeglijk naamwoord
-
fingerfärdigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
handy (manageable)
-
handy (fast; quick; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; expert; skillful)
-
handy (manageable)
-
handy (easy to handle; manageable)
Vertaal Matrix voor handy:
Verwante woorden van "handy":
Synoniemen voor "handy":
Verwante definities voor "handy":
Wiktionary: handy
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handy | → behändig; hanterlig | ↔ handsam — handlich, griffig, bequem handhabbar, praktisch, leicht |
• handy | → praktisk | ↔ praktisch — allgemein: handlich, gut |
• handy | → skicklig | ↔ adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général). |
• handy | → passande; tjänlig; anständig | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• handy | → läglig; lämplig | ↔ opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu. |