Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. habitat:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor habitat (Engels) in het Zweeds

habitat:

habitat [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the habitat (place of residence; residence; domicile; )
    bostads plats
  2. the habitat (territory)
    hemvist; naturlig miljö; växtställe
  3. the habitat
    boende
    • boende [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boende habitat living; lodger; remaining; resident
bostads plats address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence
hemvist habitat; territory domicile; legal domicile; place of business
naturlig miljö habitat; territory
växtställe habitat; territory
- home ground
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
fyndplats finding-place; habitat; locality
växtlokal habitat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boende intern; living; resident; residing; settled

Verwante woorden van "habitat":

  • habitats

Synoniemen voor "habitat":


Verwante definities voor "habitat":

  1. the type of environment in which an organism or group normally lives or occurs1
    • a marine habitat1

Wiktionary: habitat


Cross Translation:
FromToVia
habitat habitat HabitatBiologie: charakteristischer Wohn- oder Standort, den eine Pflanzen- oder Tierart besiedelt
habitat habitat; hemvist LebensraumBiologie: der charakteristische Wohnort bzw. Standort einer Tier- oder Pflanzenart