Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal guest

Vertaal guest van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

guest:
- gäst; besökare; besök; övernattningsgäst; nattgäst
Wiktionary:
- guest → gästa
- guest → gäst, gästartist, hotellgäst
- guest → besök, gäst, bordsgäst

Engels

Uitgebreide vertaling voor guest (Engels) in het Zweeds

guest:

guest [the ~] zelfstandig naamwoord

the guest
gäst; besökare
- gäst [-en] zelfstandig naamwoord
- besökare [-en] zelfstandig naamwoord
the guest
besök; gäst
- besök [-ett] zelfstandig naamwoord
- gäst [-en] zelfstandig naamwoord
the guest (guest for the night; overnight guest; night guest)
gäst; övernattningsgäst; nattgäst
- gäst [-en] zelfstandig naamwoord
- övernattningsgäst zelfstandig naamwoord
- nattgäst [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guest:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besök	guest	hit; visitors
besökare	guest	clients; customers; patrons; visitors
gäst	guest; guest for the night; night guest; overnight guest
nattgäst	guest; guest for the night; night guest; overnight guest
övernattningsgäst	guest; guest for the night; night guest; overnight guest	overnight guests; sleepers
-	client; invitee; node

Verwante woorden van "guest":

guests

Synoniemen voor "guest":

invitee; visitor; visitant
Guest; Edgar Guest; Edgar Albert Guest; journalist
customer; client
node; client; computer; computing machine; computing device; data processor; electronic computer; information processing system

Verwante definities voor "guest":

(computer science) any computer that is hooked up to a computer network¹
a visitor to whom hospitality is extended¹
a customer of a hotel or restaurant etc.¹
A common name for a login account that can be accessed without a password. BBSs and service providers often maintain such an account so that prospective subscribers can sample the services offered.²
A user who does not have a user account or who does not provide a password.²

Wiktionary: guest

guest

verb

to appear as a guest
- guest → gästa

noun

invited performer
- guest → gäst; gästartist
patron, customer
- guest → hotellgäst; gäst
recipient of hospitality
- guest → gäst

Cross Translation:

From	To	Via
• guest	→ besök	↔ Besuch — Person oder Personen, die ^[1] tätigen
• guest	→ gäst	↔ Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia\|Gast
• guest	→ gäst	↔ gast — wie ergens ontvangen, verwelkomd of op een bijzondere wijze behandeld wordt
• guest	→ bordsgäst	↔ convive — Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.

Verwante vertalingen van guest