Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal grimness

Vertaal grimness van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

grimness:
- bisterhet; grymhet; hårdhet
grim:
- butter; bister; lätt sårat; lätt sårad; förbittrad; förbittrat
- barsk
Wiktionary:
- grim → stenhård, kuslig, barsk, grådaskig, kylig
- grim → makaber

Engels

Uitgebreide vertaling voor grimness (Engels) in het Zweeds

grimness:

grimness [the ~] zelfstandig naamwoord

the grimness
bisterhet
- bisterhet zelfstandig naamwoord
the grimness (harshness)
grymhet; hårdhet; bisterhet
- grymhet [-en] zelfstandig naamwoord
- hårdhet [-en] zelfstandig naamwoord
- bisterhet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grimness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bisterhet	grimness; harshness
grymhet	grimness; harshness	atrocity; gruesome deed; heinous deed; savageness
hårdhet	grimness; harshness	bumpiness; doggedness; obduracy; roughness; toughness; unevenness
-	asperity; ghastliness; gruesomeness; hardship; luridness; rigor; rigorousness; rigour; rigourousness; severeness; severity

Verwante woorden van "grimness":

grim

Synoniemen voor "grimness":

ghastliness; gruesomeness; luridness; frightfulness
asperity; hardship; rigor; rigour; severity; severeness; rigorousness; rigourousness; difficulty; difficultness

Verwante definities voor "grimness":

something hard to endure¹
the quality of being ghastly¹

grim:

grim bijvoeglijk naamwoord

grim (embittered; sullen)
butter; bister
- butter bijvoeglijk naamwoord
- bister bijvoeglijk naamwoord
grim (touchy; huffy; grumpy; cross-grained; thin-skinned; stern; sullen; gruff; surly)
lätt sårat; lätt sårad
- lätt sårat bijvoeglijk naamwoord
- lätt sårad bijvoeglijk naamwoord
grim (dogged)
förbittrad; förbittrat
- förbittrad bijvoeglijk naamwoord
- förbittrat bijvoeglijk naamwoord

grim

grim (harsh; gruff; rough)
barsk
- barsk

Vertaal Matrix voor grim:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	black; dour; forbidding; ghastly; grisly; gruesome; inexorable; macabre; mordant; relentless; sick; stern; unappeasable; unforgiving; unrelenting
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barsk	grim; gruff; harsh; rough
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bister	embittered; grim; sullen	recalcitrant; tight lipped
butter	embittered; grim; sullen	cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumbly; grumpish; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly
förbittrad	dogged; grim
förbittrat	dogged; grim	embittered; exasperated; fierce; resentful; suppressed
lätt sårad	cross-grained; grim; gruff; grumpy; huffy; stern; sullen; surly; thin-skinned; touchy
lätt sårat	cross-grained; grim; gruff; grumpy; huffy; stern; sullen; surly; thin-skinned; touchy

Verwante woorden van "grim":

grimness, grimmer, grimmest, grimly

Synoniemen voor "grim":

inexorable; relentless; stern; unappeasable; unforgiving; unrelenting; implacable
ghastly; grisly; gruesome; macabre; sick; alarming
black; mordant; sarcastic
blue; dark; depressing; dingy; disconsolate; dismal; dispiriting; gloomy; sorry; drab; drear; dreary; cheerless; uncheerful
dour; forbidding; unpleasant
darkening; hopeless

Verwante definities voor "grim":

shockingly repellent; inspiring horror¹
- the grim aftermath of the bombing¹
- the grim task of burying the victims¹
not to be placated or appeased or moved by entreaty¹
- grim determination¹
- grim necessity¹
harshly uninviting or formidable in manner or appearance¹
- a grim man loving duty more than humanity¹
- undoubtedly the grimmest part of him was his iron claw¹
harshly ironic or sinister¹
- a grim joke¹
- grim laughter¹

Wiktionary: grim

grim

adjective

rigid and unrelenting
- grim → stenhård
ghastly or sinister
- grim → kuslig
-
- grim → barsk
dismal and gloomy, cold and forbidding
- grim → grådaskig; kylig

Cross Translation:

From	To	Via
• grim	→ makaber	↔ makaber — eine groteske Form von Humor betreffend (oft im Zusammenhang mit Tod oder Krankheit verwendet)

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University