Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gladdening:
  2. gladden:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor gladdening (Engels) in het Zweeds

gladdening:

gladdening bijvoeglijk naamwoord

  1. gladdening
    glädjande

Vertaal Matrix voor gladdening:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glädjande delightfulness; loveliness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glädjande gladdening delighted; glad; happy; heartwarming; pleased; satisfied; uplifting

Verwante woorden van "gladdening":


gladden:

to gladden werkwoord (gladdens, gladdened, gladdening)

  1. to gladden (make glad)
    göra glad
    • göra glad werkwoord (gör glad, gjorde glad, gjort glad)
  2. to gladden (make happy; delight; charm; )
    glädja; liva upp; fröjda
    • glädja werkwoord (glädjer, gladde, glatt)
    • liva upp werkwoord (liver upp, livde upp, livt upp)
    • fröjda werkwoord (fröjdar, fröjdade, fröjdat)
  3. to gladden (cheer up; comfort)
    uppmuntra; göra glad; muntra upp
    • uppmuntra werkwoord (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • göra glad werkwoord (gör glad, gjorde glad, gjort glad)
    • muntra upp werkwoord (muntrar upp, muntrade upp, muntrat upp)
  4. to gladden
    glädja
    • glädja werkwoord (glädjer, gladde, glatt)

Conjugations for gladden:

present
  1. gladden
  2. gladden
  3. gladdens
  4. gladden
  5. gladden
  6. gladden
simple past
  1. gladdened
  2. gladdened
  3. gladdened
  4. gladdened
  5. gladdened
  6. gladdened
present perfect
  1. have gladdened
  2. have gladdened
  3. has gladdened
  4. have gladdened
  5. have gladdened
  6. have gladdened
past continuous
  1. was gladdening
  2. were gladdening
  3. was gladdening
  4. were gladdening
  5. were gladdening
  6. were gladdening
future
  1. shall gladden
  2. will gladden
  3. will gladden
  4. shall gladden
  5. will gladden
  6. will gladden
continuous present
  1. am gladdening
  2. are gladdening
  3. is gladdening
  4. are gladdening
  5. are gladdening
  6. are gladdening
subjunctive
  1. be gladdened
  2. be gladdened
  3. be gladdened
  4. be gladdened
  5. be gladdened
  6. be gladdened
diverse
  1. gladden!
  2. let's gladden!
  3. gladdened
  4. gladdening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

gladden

  1. gladden (sweeten)
  2. gladden (favour; favor)

Vertaal Matrix voor gladden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppmuntra encouragements
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fröjda brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
glädja brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish make someone glad; make someone happy; oblige someone with
göra glad cheer up; comfort; gladden; make glad
liva upp brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
muntra upp cheer up; comfort; gladden
uppmuntra cheer up; comfort; gladden acclaim; allay; applaud; arouse; cheer; cheer on; cheer up; comfort; console; encourage; favor; favour; fire; give a pep-talk; hold a pep-talk; hurray; incite; inspire; motivate; provoke; put someone on to something; reassure; set at ease; slide in front; solace; soothe; stimulate; strike into; urge
- joy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
förljuva gladden; sweeten
glädja give..pleasure; make..happy
hugna favor; favour; gladden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppmuntra cheered up

Verwante woorden van "gladden":


Synoniemen voor "gladden":


Antoniemen van "gladden":

  • sadden

Verwante definities voor "gladden":

  1. become glad or happy1
  2. make glad or happy1

Wiktionary: gladden

gladden
verb
  1. to cause to become more glad