Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gaunt:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor gaunt (Engels) in het Zweeds

gaunt:

gaunt bijvoeglijk naamwoord

  1. gaunt (emaciated; starved; hollow; )
    uthungrad
  2. gaunt (bony; emaciated)
    benigt; magrad; magrat
  3. gaunt (haggard; hollow; hollow-eyed; sunken)
    härjad; utmärglad; stirrande

Vertaal Matrix voor gaunt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bony; cadaverous; emaciated; haggard; pinched; skeletal; wasted
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtärd emaciated; gaunt; worn
avtärt emaciated; gaunt; worn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benigt bony; emaciated; gaunt bony; emaciated; knuckly; scraggy; skinny
härjad gaunt; haggard; hollow; hollow-eyed; sunken
magrad bony; emaciated; gaunt
magrat bony; emaciated; gaunt
stirrande gaunt; haggard; hollow; hollow-eyed; sunken gazing; glaring
uthungrad emaciated; gaunt; haggard; hollow; hollow-eyed; starved; sunken
utmärglad gaunt; haggard; hollow; hollow-eyed; sunken meager; meagre; puny; skinny; thin

Verwante woorden van "gaunt":

  • gauntness, gaunter, gauntest, gauntly

Synoniemen voor "gaunt":


Verwante definities voor "gaunt":

  1. very thin especially from disease or hunger or cold1
    • a nightmare population of gaunt men and skeletal boys1

Wiktionary: gaunt


Cross Translation:
FromToVia
gaunt mager; avtärd; tärd hagerheute nur noch zur Beschreibung des menschlichen Körpers oder einzelner Körperteile, früher auch bei Tieren: dürr, mager, sehnig, knochig (und häufig groß gewachsen)