Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. garish:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor garish (Engels) in het Zweeds

garish:

garish bijvoeglijk naamwoord

  1. garish (gaudy; adorned)
    grann; pråligt; brokigt; prålig; grannt
  2. garish (glaring; staring; shrill)
    stark; bländande; starkt

Vertaal Matrix voor garish:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bländande dazzling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bländande garish; glaring; shrill; staring glorious; splendid
brokigt adorned; garish; gaudy checked; chequered
grann adorned; garish; gaudy
grannt adorned; garish; gaudy blatant; obvious; showy
prålig adorned; garish; gaudy blatant; obvious; showy
pråligt adorned; garish; gaudy blatant; obvious; showy
stark garish; glaring; shrill; staring concentrated; hefty; powerful; powerfully built; robust; stout; strapping; strong; sturdy; vigorous
starkt garish; glaring; shrill; staring hefty; high alcohol content; powerful; powerfully built; robust; spirituous; stout; strapping; strong; sturdy; vigorous

Verwante woorden van "garish":

  • garishness, garishly

Synoniemen voor "garish":


Wiktionary: garish

garish
adjective
  1. overly ostentatious; so colourful as to be in bad taste