Engels
Uitgebreide vertaling voor frugal (Engels) in het Zweeds
frugal:
-
frugal (thrifty; sparing; economical)
sparsamt; ekonomiskt; ekonomisk-
sparsamt bijvoeglijk naamwoord
-
ekonomiskt bijvoeglijk naamwoord
-
ekonomisk bijvoeglijk naamwoord
-
-
frugal (austere; sober; scanty)
anspråkslös; flärdfritt; spartanskt; anspråkslöst; flärdfri-
anspråkslös bijvoeglijk naamwoord
-
flärdfritt bijvoeglijk naamwoord
-
spartanskt bijvoeglijk naamwoord
-
anspråkslöst bijvoeglijk naamwoord
-
flärdfri bijvoeglijk naamwoord
-
-
frugal (disabled; handicapped)
-
frugal