Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fondness:
  2. fond:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fondness (Engels) in het Zweeds

fondness:

fondness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fondness (attachment; affection; devotion; dedication)
    tillgivenhet

Vertaal Matrix voor fondness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillgivenhet affection; attachment; dedication; devotion; fondness; tenderness accretion; affection; ardor; ardour; attachment; fastening; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness
- affection; affectionateness; fancy; heart; lovingness; partiality; philia; tenderness; warmheartedness; warmness; warmth
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
begivenhet fondness
klockarkärlek affection; fondness; penchant

Verwante woorden van "fondness":


Synoniemen voor "fondness":


Verwante definities voor "fondness":

  1. a quality proceeding from feelings of affection or love1
  2. a predisposition to like something1
    • he had a fondness for whiskey1
  3. a positive feeling of liking1

fondness vorm van fond:

fond bijvoeglijk naamwoord

  1. fond (affectionate; loving)
    tillgivet; förtjus; tillgiven

Vertaal Matrix voor fond:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adoring; affectionate; doting; lovesome; partial; tender; warm
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärvänlig affectionate; fond
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtjus affectionate; fond; loving
tillgiven affectionate; fond; loving affectionate; assiduous; attached; close; committed; dedicated; devoted; diligent; zeal
tillgivet affectionate; fond; loving affectionate; assiduous; attached; close; committed; dedicated; devoted; diligent; loving; warm; zeal

Verwante woorden van "fond":


Synoniemen voor "fond":


Verwante definities voor "fond":

  1. (followed by `of' or `to') having a strong preference or liking for1
    • fond of chocolate1
  2. extravagantly or foolishly loving and indulgent1
    • hopelessly spoiled by a fond mother1
  3. having or displaying warmth or affection1
    • a fond embrace1
    • fond of his nephew1
  4. absurd or silly because unlikely1
    • fond hopes of becoming President1
    • fond fancies1

Wiktionary: fond

fond
adjective
  1. be fond of, have affection for

Cross Translation:
FromToVia
fond kär; förälskad verliebt — von Liebe beseelt, jemanden/etwas liebend, für jemanden/etwas schwärmend; hingezogen fühlend, zugeneigt seiend, gefühlsselig, vernarrt, entflammt (für), zugetan

Computer vertaling door derden: