Engels
Uitgebreide vertaling voor firm (Engels) in het Zweeds
firm:
-
the firm (company; business; enterprise; industry; concern; shop)
-
the firm (trading partnership; corporation; company; venture; cooperation; partnership; enterprise; business; house; concern)
– the members of a business organization that owns or operates one or more establishments 1 -
the firm (business firm; trading house; trading firm; commercial firm)
kommersiell firma-
kommersiell firma zelfstandig naamwoord
-
-
firm (staunch)
-
firm (standing-on; stiff; staunch)
-
firm (solid; substantial; stable; stout)
-
firm (resolute; brisk; courageous; bold)
bestämt; resolut; beslutsamt; bestämd-
bestämt bijvoeglijk naamwoord
-
resolut bijvoeglijk naamwoord
-
beslutsamt bijvoeglijk naamwoord
-
bestämd bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (unflinching; determined; resolute)
fast beslutet; fast besluten-
fast beslutet bijvoeglijk naamwoord
-
fast besluten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor firm:
Verwante woorden van "firm":
Synoniemen voor "firm":
Verwante definities voor "firm":
Wiktionary: firm
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• firm | → firma | ↔ Firma — deutsches Privatrecht: der Name, unter dem ein Kaufmann seine Geschäfte betreibt und die Unterschrift abgibt, unter dem er außerdem klagen und verklagen werden kann (Ref-dejure|§|17|HGB) |
• firm | → bestämd; beslutsam | ↔ dezidiert — von Entscheidungen, Anweisungen, Meinungen, Forderungen: auf eindeutige und bestimmte Weise |
• firm | → fast; stabil; bestämd | ↔ fest — übertragen: unveränderbar, unverrückbar, unabänderbar |
• firm | → fast; stabil; bestämd | ↔ fest — übertragen: sicher, gebunden, stabil, auf solider Grundlage |
• firm | → läcker | ↔ knackig — von Körperteilen (übertragen): straff, jung aussehend |
• firm | → företag | ↔ entreprise — Unité économique autonome. |