Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fattest:
  2. fat:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fattest (Engels) in het Zweeds

fattest:

fattest bijvoeglijk naamwoord

  1. fattest
    tjockaste; tjockast

Vertaal Matrix voor fattest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjockast thickets
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjockast fattest
tjockaste fattest

Verwante woorden van "fattest":


fat:

fat [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fat (grease; lard)
    tjockt; fett
    • tjockt zelfstandig naamwoord
    • fett [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the fat (liposome)
    fett; fettvävnad
    • fett [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fettvävnad [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the fat (frying fat; roasting fat)
    stek fett

Vertaal Matrix voor fat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fett fat; grease; lard; liposome beef dripping; beef fat; lard
fettvävnad fat; liposome
stek fett fat; frying fat; roasting fat
tjockt fat; grease; lard
- adipose tissue; avoirdupois; blubber; fatness; fatty tissue
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fatten; fatten out; fatten up; fill out; flesh out; plump; plump out
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fatty; fertile; juicy; productive; rich
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
jättetjock fat; terrifically thick
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fett fatty; greasy; high-fat; obese; stout
tjockt heavily built; heavyset; massive; obese; stout

Verwante woorden van "fat":


Synoniemen voor "fat":


Antoniemen van "fat":


Verwante definities voor "fat":

  1. having an (over)abundance of flesh1
    • he hadn't remembered how fat she was1
  2. containing or composed of fat1
    • fat tissue1
  3. marked by great fruitfulness1
    • a fat land1
  4. lucrative1
    • a nice fat job1
  5. having a relatively large diameter1
    • a fat rope1
  6. excess bodily weight1
  7. a kind of body tissue containing stored fat that serves as a source of energy; it also cushions and insulates vital organs1
  8. a soft greasy substance occurring in organic tissue and consisting of a mixture of lipids (mostly triglycerides)1
    • pizza has too much fat1
  9. make fat or plump1

Wiktionary: fat

fat
verb
  1. to make fat; to fatten
noun
  1. refined substance chemically resembling the oils in animal fat
  2. specialized animal tissue
adjective
  1. bountiful
  2. thick
  3. carrying a larger than normal amount of fat on one's body

Cross Translation:
FromToVia
fat fett vet — gespecialiseerd dierlijk weefsel
fat fett vet — gladde, zeer vette vloeistoffen, smeermiddelen
fat tjock; fet vet — dik, vet inhoudend
fat fett FettChemie: Gruppe organischer chemischer Stoffe, Tri-Ester des dreifachen Alkohols Glycerin (Propan-1,2,3-triol) und verschiedener, überwiegend geradzahliger und unverzweigter aliphatischer Monocarbonsäuren (Fettsäuren)
fat fett FettBiologie: einer der Grundnährstoffe höherer Lebewesen
fat fett Fett — (umgangssprachlich) Übergewicht, Fettgewebe
fat fett FettLebensmittel, Nahrungsmittel, eine Zutat zu kochen, gebratenen oder gebackenen Speisen
fat fet; tjock feist — abwertend dick/prall ≈ fett; die Bezeichnung "feist" hat oft auch Konnotation mit gewissen negativen Charaktereigenschaften, wie Selbstzufriedenheit, Spießigkeit
fat fet fettdick aufgrund von Fett im Körper (gegenüber Menschen meist abwertend)
fat fett graisse — À trier
fat diger; fet; tjock gros — Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.