Fatness in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

fatness:
- tjockhet
fat:
- tjockt; fett; fettvävnad; stek fett
- jättetjock
Wiktionary:
- fat → göda
- fat → fett
- fat → rik, fet, tjock
- fat → fett, tjock, fet, diger

Engels

Uitgebreide vertaling voor fatness (Engels) in het Zweeds

fatness:

fatness [the ~] zelfstandig naamwoord

the fatness
tjockhet
- tjockhet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fatness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tjockhet	fatness	corpulence; overweight; plumpness; stoutness
-	avoirdupois; blubber; fat

Verwante woorden van "fatness":

Synoniemen voor "fatness":

fat; blubber; avoirdupois; bodily property

Antoniemen van "fatness":

leanness

Verwante definities voor "fatness":

excess bodily weight¹
- she disliked fatness in herself as well as in others¹

fat:

fat [the ~] zelfstandig naamwoord

the fat (grease; lard)
tjockt; fett
- tjockt zelfstandig naamwoord
- fett [-ett] zelfstandig naamwoord
the fat (liposome)
fett; fettvävnad
- fett [-ett] zelfstandig naamwoord
- fettvävnad [-en] zelfstandig naamwoord
the fat (frying fat; roasting fat)
stek fett
- stek fett zelfstandig naamwoord

fat

fat (terrifically thick)
jättetjock
- jättetjock

Vertaal Matrix voor fat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fett	fat; grease; lard; liposome	beef dripping; beef fat; lard
fettvävnad	fat; liposome
stek fett	fat; frying fat; roasting fat
tjockt	fat; grease; lard
-	adipose tissue; avoirdupois; blubber; fatness; fatty tissue
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	fatten; fatten out; fatten up; fill out; flesh out; plump; plump out
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	fatty; fertile; juicy; productive; rich
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jättetjock	fat; terrifically thick
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fett		fatty; greasy; high-fat; obese; stout
tjockt		heavily built; heavyset; massive; obese; stout

Verwante woorden van "fat":

fatness, fated, fats, fatter, fattest

Synoniemen voor "fat":

abdominous; paunchy; potbellied; blubbery; buxom; chubby; embonpoint; plump; zaftig; zoftig; compact; heavyset; stocky; thick; thickset; corpulent; obese; weighty; rotund; double-chinned; jowly; loose-jowled; dumpy; podgy; pudgy; tubby; roly-poly; fattish; fleshy; heavy; overweight; gross; porcine; portly; stout; endomorphic; pyknic; rounded
fatty; adipose; buttery; greasy; oily; sebaceous; oleaginous; suety; superfatted
juicy; profitable
fertile; productive; rich; fruitful
rounded; endomorphic; pyknic
lipid; lipide; lipoid
adipose tissue; fatty tissue; animal tissue
fatness; blubber; avoirdupois; bodily property
fatten; flesh out; fill out; plump; plump out; fatten out; fatten up; change; alter; modify

Antoniemen van "fat":

thin; nonfat; leanness

Verwante definities voor "fat":

having an (over)abundance of flesh¹
- he hadn't remembered how fat she was¹
containing or composed of fat¹
- fat tissue¹
marked by great fruitfulness¹
- a fat land¹
lucrative¹
- a nice fat job¹
having a relatively large diameter¹
- a fat rope¹
excess bodily weight¹
a kind of body tissue containing stored fat that serves as a source of energy; it also cushions and insulates vital organs¹
a soft greasy substance occurring in organic tissue and consisting of a mixture of lipids (mostly triglycerides)¹
- pizza has too much fat¹
make fat or plump¹

Wiktionary: fat

fat

verb

to make fat; to fatten
- fat → göda

noun

refined substance chemically resembling the oils in animal fat
- fat → fett
specialized animal tissue
- fat → fett

adjective

bountiful
- fat → rik; fet
thick
- fat → tjock
carrying a larger than normal amount of fat on one's body
- fat → fet; tjock

Cross Translation:

From	To	Via
• fat	→ fett	↔ vet — gespecialiseerd dierlijk weefsel
• fat	→ fett	↔ vet — gladde, zeer vette vloeistoffen, smeermiddelen
• fat	→ tjock; fet	↔ vet — dik, vet inhoudend
• fat	→ fett	↔ Fett — Chemie: Gruppe organischer chemischer Stoffe, Tri-Ester des dreifachen Alkohols Glycerin (Propan-1,2,3-triol) und verschiedener, überwiegend geradzahliger und unverzweigter aliphatischer Monocarbonsäuren (Fettsäuren)
• fat	→ fett	↔ Fett — Biologie: einer der Grundnährstoffe höherer Lebewesen
• fat	→ fett	↔ Fett — (umgangssprachlich) Übergewicht, Fettgewebe
• fat	→ fett	↔ Fett — Lebensmittel, Nahrungsmittel, eine Zutat zu kochen, gebratenen oder gebackenen Speisen
• fat	→ fet; tjock	↔ feist — abwertend dick/prall ≈ fett; die Bezeichnung "feist" hat oft auch Konnotation mit gewissen negativen Charaktereigenschaften, wie Selbstzufriedenheit, Spießigkeit
• fat	→ fet	↔ fett — dick aufgrund von Fett im Körper (gegenüber Menschen meist abwertend)
• fat	→ fett	↔ graisse — À trier
• fat	→ diger; fet; tjock	↔ gros — Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.

Remove Ads

Vertaal fatness van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fatness (Engels) in het Zweeds

fatness:

fatness [the ~] zelfstandig naamwoord

the fatness

Vertaal Matrix voor fatness:

Verwante woorden van "fatness":

Synoniemen voor "fatness":

Antoniemen van "fatness":

Verwante definities voor "fatness":

fat:

fat [the ~] zelfstandig naamwoord

the fat (grease; lard)

the fat (liposome)

the fat (frying fat; roasting fat)

fat

fat (terrifically thick)

Vertaal Matrix voor fat:

Verwante woorden van "fat":

Synoniemen voor "fat":

Antoniemen van "fat":

Verwante definities voor "fat":

Wiktionary: fat