Exporter in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

exporter:
- exporteur
export:
- exportera
- export; utförsel
- exportera
Wiktionary:
- exporter → exportör
- exporter → exportör
- export → exportera, föra ut, skeppa ut, bära bort
- export → exportvara, exportartikel, utförsel
- export → utförsel, export, exportera, utföra

Engels

Uitgebreide vertaling voor exporter (Engels) in het Zweeds

exporter:

exporter [the ~] zelfstandig naamwoord

the exporter
exporteur
- exporteur zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exporter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exporteur	exporter

Verwante woorden van "exporter":

exporters

Synoniemen voor "exporter":

businessperson; bourgeois

Verwante definities voor "exporter":

a businessperson who transports goods abroad (for sale)¹

Wiktionary: exporter

exporter

noun

person who or organization that exports
- exporter → exportör

Cross Translation:

From	To	Via
• exporter	→ exportör	↔ Exporteur — Händler, der Waren ins Ausland ausführt

export:

export [the ~] zelfstandig naamwoord

the export (exports)
exportera
- exportera [-en] zelfstandig naamwoord

export

export (exportation; export trade)
export
- export
export (exportation)
utförsel
- utförsel

to export werkwoord (exports, exported, exporting)

to export

– To output data and database objects to another database, spreadsheet, or file format so another database, application, or program can use the data or database objects. You can export data to a variety of supported databases, programs, and file formats. ²
exportera
- exportera werkwoord (exporterar, exporterade, exporterat)

Conjugations for export:

present

export
export
exports
export
export
export

simple past

exported
exported
exported
exported
exported
exported

present perfect

have exported
have exported
has exported
have exported
have exported
have exported

past continuous

was exporting
were exporting
was exporting
were exporting
were exporting
were exporting

future

shall export
will export
will export
shall export
will export
will export

continuous present

am exporting
are exporting
is exporting
are exporting
are exporting
are exporting

subjunctive

be exported
be exported
be exported
be exported
be exported
be exported

diverse

export!
let's export!
exported
exporting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor export:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exportera	export; exports
-	exportation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exportera	export
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
export	export; export trade; exportation
utförsel	export; exportation

Verwante woorden van "export":

exporting, exportable, exported, exports

Synoniemen voor "export":

exportation; commodity; trade good; good
trade; merchandise
spread; distribute

Antoniemen van "export":

import

Verwante definities voor "export":

commodities (goods or services) sold to a foreign country¹
cause to spread in another part of the world¹
- The Russians exported Marxism to Africa¹
transfer (electronic data) out of a database or document in a format that can be used by other programs¹
sell or transfer abroad¹
- we export less than we import and have a negative trade balance¹
To output data and database objects to another database, spreadsheet, or file format so another database, application, or program can use the data or database objects. You can export data to a variety of supported databases, programs, and file formats.²

Wiktionary: export

export

verb

computing: send (data) from one program to another
- export → exportera
to cause to spread in another part of the world
- export → exportera
to sell (goods) to a foreign country
- export → exportera; föra ut; skeppa ut
to carry away
- export → bära bort

noun

something that is exported
- export → exportvara; exportartikel
the act of exporting
- export → utförsel

Cross Translation:

From	To	Via
• export	→ utförsel	↔ Ausfuhr — Wirtschaft: Beschaffung, Verbringung von Waren aus dem Inland ins Ausland; Export
• export	→ export	↔ Export — die ausgeführten Güter
• export	→ export	↔ Export — ohne Plural: Verkauf oder Transport von Gütern ins Ausland
• export	→ exportera; utföra	↔ exportieren — Dinge aus einem Land in ein anderes Land einführen
• export	→ exportera	↔ exporteren — goederen aan een afnemer in het buitenland verhandelen

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal exporter van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor exporter (Engels) in het Zweeds

exporter:

exporter [the ~] zelfstandig naamwoord

the exporter

Vertaal Matrix voor exporter:

Verwante woorden van "exporter":

Synoniemen voor "exporter":

Verwante definities voor "exporter":

Wiktionary: exporter

export:

export [the ~] zelfstandig naamwoord

the export (exports)

export

export (exportation; export trade)

export (exportation)

to export werkwoord (exports, exported, exporting)

to export

Conjugations for export:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor export:

Verwante woorden van "export":

Synoniemen voor "export":

Antoniemen van "export":

Verwante definities voor "export":

Wiktionary: export