Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
- essential:
-
Wiktionary:
- essential → essentiell, idiopatisk, väsentlig, huvudsak
Engels
Uitgebreide vertaling voor essential (Engels) in het Zweeds
essential:
-
essential (crucial; fundamental; elemental; wanted; vital; material; central)
– absolutely necessary; vitally necessary 1 -
essential (indispensable; crucial; vital)
nödvändigt; oumbärlig; väsentlig; väsentligt; oumbärligt; oeftergivlig; oeftergivligt; oundgängligt-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
oumbärlig bijvoeglijk naamwoord
-
väsentlig bijvoeglijk naamwoord
-
väsentligt bijvoeglijk naamwoord
-
oumbärligt bijvoeglijk naamwoord
-
oeftergivlig bijvoeglijk naamwoord
-
oeftergivligt bijvoeglijk naamwoord
-
oundgängligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
essential (necessary; necessarily; required; of necessity; imperative; needfully; inevitable; inevitably; urgent; vital; pressing)
nödvändig; av största vikt; nödvändigt; essentiellt; oundvikligt-
nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
av största vikt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
oundvikligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
essential (wished for; desirable; desired; necessary; wanted; in demand; gladly seen)
-
essential (necessary)
essentiellt; nödvändig; behövligt; nödvändigt; behövlig-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
behövligt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
behövlig bijvoeglijk naamwoord
-
-
essential (elementary; thorough; exhaustive; basic)
basal; essentiellt; fundamental-
basal bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
-
essential (indispensable)
oumbärlig; oumbärligt; essentiellt; nödvändigt; nödvändig-
oumbärlig bijvoeglijk naamwoord
-
oumbärligt bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
-
essential (highly necessary; necessary; urgent; imperative; vital; necessarily; with haste; pressing)
oumbärlig; essentiellt; högst nödvändigt; oumbärligt; högst nödvändig-
oumbärlig bijvoeglijk naamwoord
-
essentiellt bijvoeglijk naamwoord
-
högst nödvändigt bijvoeglijk naamwoord
-
oumbärligt bijvoeglijk naamwoord
-
högst nödvändig bijvoeglijk naamwoord
-
-
the essential (elementary matter; necessity; emergency)
elementairt ämne; viktigt ämne-
elementairt ämne zelfstandig naamwoord
-
viktigt ämne zelfstandig naamwoord
-
-
essential (material; substantial; considerable)
Vertaal Matrix voor essential:
Verwante woorden van "essential":
Synoniemen voor "essential":
Antoniemen van "essential":
Verwante definities voor "essential":
Wiktionary: essential
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• essential | → essentiell | ↔ essenziell — wesentlich; zum Wesen (einer Sache) gehörig |
• essential | → idiopatisk | ↔ idiopathisch — Medizin, bei Krankheiten: |
• essential | → väsentlig | ↔ wesentlich — den größten Anteil betreffend |
• essential | → väsentlig | ↔ essentiel — Qui appartenir à l’essence, qui est de l’essence. |
• essential | → huvudsak | ↔ essentiel — La chose la plus importante, ce qui compte vraiment. |