Engels
Uitgebreide vertaling voor enchanting (Engels) in het Zweeds
enchanting:
-
enchanting (attractive; entrancing; charming; pretty; lovely)
-
enchanting (fascinating; intriguing; captivating)
fascinerande; hänförande; fängslandet; betagandet; betagande; hänförandet-
fascinerande bijvoeglijk naamwoord
-
hänförande bijvoeglijk naamwoord
-
fängslandet bijvoeglijk naamwoord
-
betagandet bijvoeglijk naamwoord
-
betagande bijvoeglijk naamwoord
-
hänförandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
enchanting (lovely; cute; adorable; sweet; dear)
-
enchanting (adorable; attractive; cute; appealing; charming; sweet; lovely)
dyrkansvärt; tilldragande; älskligt; attraktivt; attraktiv-
dyrkansvärt bijvoeglijk naamwoord
-
tilldragande bijvoeglijk naamwoord
-
älskligt bijvoeglijk naamwoord
-
attraktivt bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
-
enchanting (intriguing)
-
enchanting (bewitching; mystical; magical; fairy-like)
magiskt; charmerande; förhäxande; mystisk; mystiskt-
magiskt bijvoeglijk naamwoord
-
charmerande bijvoeglijk naamwoord
-
förhäxande bijvoeglijk naamwoord
-
mystisk bijvoeglijk naamwoord
-
mystiskt bijvoeglijk naamwoord
-
-
enchanting (magical; fairy-like)
förtrollande-
förtrollande bijvoeglijk naamwoord
-
-
enchanting (attractive; appealing; inviting; attracting; alluring; adorable; lovely; charming)
Vertaal Matrix voor enchanting:
Verwante woorden van "enchanting":
Synoniemen voor "enchanting":
Verwante definities voor "enchanting":
enchant:
Conjugations for enchant:
present
- enchant
- enchant
- enchants
- enchant
- enchant
- enchant
simple past
- enchanted
- enchanted
- enchanted
- enchanted
- enchanted
- enchanted
present perfect
- have enchanted
- have enchanted
- has enchanted
- have enchanted
- have enchanted
- have enchanted
past continuous
- was enchanting
- were enchanting
- was enchanting
- were enchanting
- were enchanting
- were enchanting
future
- shall enchant
- will enchant
- will enchant
- shall enchant
- will enchant
- will enchant
continuous present
- am enchanting
- are enchanting
- is enchanting
- are enchanting
- are enchanting
- are enchanting
subjunctive
- be enchanted
- be enchanted
- be enchanted
- be enchanted
- be enchanted
- be enchanted
diverse
- enchant!
- let's enchant!
- enchanted
- enchanting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor enchant:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
charma | allure; charm; delight; enchant; fascinate | |
fascinera | allure; captivate; charm; delight; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue | |
fröjda | brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish | |
fängsla | captivate; enchant; enthral; enthrall; fascinate; intrigue | lock up; put behind bars |
glädja | brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish | gladden; make someone glad; make someone happy; oblige someone with |
liva upp | brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish | |
- | bewitch; delight; enrapture; enthral; enthrall; glamor; glamour; hex; jinx; ravish; transport; witch | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedåra | enchant; fascinate; infatuate | |
förtjusa | charm; enchant; fascinate | |
glädja | give..pleasure; make..happy | |
tjusa | charm; enchant |