Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. donkey:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor donkey (Engels) in het Zweeds

donkey:

donkey [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the donkey (ass)
    åsna; en trögtänkt person; dumskalle
  2. the donkey (female donkey)
    åsnesto; åsna
    • åsnesto [-ett] zelfstandig naamwoord
    • åsna [-en] zelfstandig naamwoord

donkey

  1. donkey

Vertaal Matrix voor donkey:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumskalle ass; donkey Simple Simon; birdbrain; dimwit; duffer; duffers; dunce; fat head; fathead; feather head; fool; idiot; mopers; nincompoop; ninny; nitwit; numbskull; numskull; oaf; rattle brain; rattle-brain; simpleton; stupid
en trögtänkt person ass; donkey
åsna ass; donkey; female donkey shrew
åsnesto donkey; female donkey
- Equus asinus; domestic ass
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
boricka donkey

Verwante woorden van "donkey":

  • donkeys

Synoniemen voor "donkey":


Verwante definities voor "donkey":

  1. domestic beast of burden descended from the African wild ass; patient but stubborn1
  2. the symbol of the Democratic Party; introduced in cartoons by Thomas Nast in 18741

Wiktionary: donkey

donkey
noun
  1. a domestic animal

Cross Translation:
FromToVia
donkey åsna EselZugtier, Lasttier und Haustier, sowie zwei Wildtierarten, die zur Gattung der Pferde gehören
donkey åsna baudet — (familier, fr) Nom vulgaire de l’âne ou de la mule.
donkey åsna âne — Animal domestique

Verwante vertalingen van donkey