Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. discomfort:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor discomfort (Engels) in het Zweeds

discomfort:

discomfort [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the discomfort (problems; troubles)
    obehag; obekvämhet; besvärlighet; otrevnad
  2. the discomfort (unpleasantness; dissatisfaction; discontent; discord)
    obehaglighet; obehag; otillfredsställelse

Vertaal Matrix voor discomfort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvärlighet discomfort; problems; troubles cumbrousness; fuss; prolixity
obehag discomfort; discontent; discord; dissatisfaction; problems; troubles; unpleasantness dejection; depression; discontent; discord; displeasure; dissatisfaction; dissatisfactions; malaise; nuisance; recession; slump
obehaglighet discomfort; discontent; discord; dissatisfaction; unpleasantness
obekvämhet discomfort; problems; troubles
otillfredsställelse discomfort; discontent; discord; dissatisfaction; unpleasantness
otrevnad discomfort; problems; troubles
- irritation; soreness; uncomfortableness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
olust discomfort; fealing of uneasiness; feeling of discomfort; uneasiness

Verwante woorden van "discomfort":


Synoniemen voor "discomfort":


Antoniemen van "discomfort":


Verwante definities voor "discomfort":

  1. an uncomfortable feeling of mental painfulness or distress1
  2. the state of being tense and feeling pain1

Wiktionary: discomfort

discomfort
noun
  1. mental or bodily distress

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van discomfort