Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dichotomy:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor dichotomy (Engels) in het Zweeds

dichotomy:

dichotomy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dichotomy (ambiguity; ambivalence; duality; dualism; twoness)
    tvetydig
  2. the dichotomy (twofoldness; twoness)
    delning; klyfta; dikotomi
    • delning [-en] zelfstandig naamwoord
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord
    • dikotomi [-en] zelfstandig naamwoord

dichotomy

  1. dichotomy

Vertaal Matrix voor dichotomy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delning dichotomy; twofoldness; twoness division
dikotomi dichotomy; twofoldness; twoness
klyfta dichotomy; twofoldness; twoness canyon; cleft; fissure; gorge; ravine
tvetydig ambiguity; ambivalence; dichotomy; dualism; duality; twoness
- duality
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klyfta cleave; crack; divide; divorce; part; separate; sever; split
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvådelning dichotomy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvetydig ambiguous; explainable in different ways; jokes with a double meaning; polysemic; suggestive

Verwante woorden van "dichotomy":

  • dichotomies

Synoniemen voor "dichotomy":


Verwante definities voor "dichotomy":

  1. being twofold; a classification into two opposed parts or subclasses1
    • the dichotomy between eastern and western culture1

Wiktionary: dichotomy

dichotomy
noun
  1. cutting in two

Cross Translation:
FromToVia
dichotomy dikotomi Dichotomie — Aufteilung von etwas in zwei Teile
dichotomy dikotomi dichotomie — État de ce qui est coupé en deux