Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cuffs:
  2. cuff:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cuffs (Engels) in het Zweeds

cuffs:

cuffs [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cuffs (wristbands)
    handlinningar; manschetter

Vertaal Matrix voor cuffs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handlinningar cuffs; wristbands
manschetter cuffs; wristbands handcuffs

Verwante woorden van "cuffs":


cuffs vorm van cuff:

cuff [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cuff (cuff link)
    manschett; manschettknapp
  2. the cuff (chain; shackle; fetter)
    kedja
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cuff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja chain; cuff; fetter; shackle chain; chainlet; circlet; coming together; concatenation; concentration; ring; row; sequence; series; string; succession
manschett cuff; cuff link
manschettknapp cuff; cuff link cuff link; shirt button; shirt stud
- handcuff; handlock; manacle; turnup
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja chain; enchain; shackle
- handcuff; manacle; whomp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppslag cuff; idea; impulse; project

Verwante woorden van "cuff":


Synoniemen voor "cuff":


Verwante definities voor "cuff":

  1. the lap consisting of a turned-back hem encircling the end of the sleeve or leg1
  2. shackle that consists of a metal loop that can be locked around the wrist; usually used in pairs1
  3. confine or restrain with or as if with manacles or handcuffs1
  4. hit with the hand1

Wiktionary: cuff

cuff
noun
  1. The end of a shirt sleeve that covers the wrist

Verwante vertalingen van cuffs