Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. chin:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor chins (Engels) in het Zweeds

chin:

chin [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the chin
    haka
    • haka [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the chin (jawbone; mandible; maxilla)
    käkben
    • käkben [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haka chin
käkben chin; jawbone; mandible; maxilla jawbone; mandible
- mentum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chin up

Verwante woorden van "chin":

  • chins

Synoniemen voor "chin":


Verwante definities voor "chin":

  1. the protruding part of the lower jaw1
  2. raise oneself while hanging from one's hands until one's chin is level with the support bar1

Wiktionary: chin

chin
noun
  1. bottom of a face

Cross Translation:
FromToVia
chin haka Kinn — beim Menschen unter dem Mund liegende Wölbung
chin haka menton — anatomie|fr partie inférieure de la face située au-dessous de la lèvre inférieure, et qui, bien apparente chez l’être humain, diminue chez le singe, et disparaît à peu près complètement chez les animal à museau allongé.