Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cheek:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cheek (Engels) in het Zweeds

cheek:

cheek [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cheek
    kind; fräckhet
    • kind [-en] zelfstandig naamwoord
    • fräckhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cheek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fräckhet cheek boldness; cheekiness; forwardness; impertinence; impropriety; impudence; insolence; nerve; rudeness; sauciness; unmannerliness; unreasonableness
kind cheek
- boldness; brass; buttock; face; impertinence; impudence; nerve
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tilltagsenhet bldness; cheek; enterprise; impudence

Verwante woorden van "cheek":

  • cheeks

Synoniemen voor "cheek":


Verwante definities voor "cheek":

  1. impudent aggressiveness1
  2. either of the two large fleshy masses of muscular tissue that form the human rump1
  3. either side of the face below the eyes1
  4. an impudent statement1
  5. speak impudently to1

Wiktionary: cheek

cheek
noun
  1. colloquial: buttock
  2. part of face

Cross Translation:
FromToVia
cheek kind wang — zijkant van het gezicht onder het oog
cheek kind Backe — einer der zwei Zwischenräume im Mund zwischen seitlichen Zähnen und der Schleimhaut außerhalb der Zähne (leer oder gefüllt)
cheek käftar Backe — am Werkstück (oder einer Bremse) angreifendes Teil eines Werkzeugs, zum Beispiel einer Zange
cheek fräckhet; oförskämdhet Frechheit — respektloses, dreistes Verhalten
cheek kind WangeAnatomie: äußere flache Hautpartie der Backe
cheek kind joue — Partie du visage

Verwante vertalingen van cheek