Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor carousing (Engels) in het Zweeds

carousing:

carousing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the carousing (merriment; pleasure; joy; )
    förlustelse; nöje; skojighet; rolighet; nöjsamhet; munterhet

carousing

  1. carousing (drinking)

Vertaal Matrix voor carousing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlustelse carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering
munterhet carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering amusement; brightfulness; briskness; cheerfulness; cheering; cheers; exultation; frolics; good spirits; happiness; hilarity; joy; joyfulness; jubilation; lightheartedness; merriment; mirth; pleasure; rejoicing; revelry
nöje carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering amusement; boot; delight; enjoyment; entertainment; folly; fun; high jinks; hilarity; jokes; joking; joy; joyfulness; kick; kicking; laughs; lunacy; lust; madness; merriment; mirth; nonsense; passion; pastime; pleasure; silliness
nöjsamhet carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering
rolighet carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering fun
skojighet carousing; fun; joy; merriment; mirth; pleasure; revelry; roistering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bacchanal; bacchanalian; bacchic; orgiastic
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dryckjom carousing; drinking

Synoniemen voor "carousing":


Verwante definities voor "carousing":

  1. used of riotously drunken merrymaking1
    • carousing bands of drunken soldiers1