Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cane:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cane (Engels) in het Zweeds

cane:

cane [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cane
    rör; käpp; spö; rotting
    • rör [-ett] zelfstandig naamwoord
    • käpp [-en] zelfstandig naamwoord
    • spö [-ett] zelfstandig naamwoord
    • rotting [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the cane
    rör; käpp
    • rör [-ett] zelfstandig naamwoord
    • käpp [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the cane
    sockerrör
  4. the cane (bar; truncheon; stave; )
    käpp; stång; stav
    • käpp [-en] zelfstandig naamwoord
    • stång [-en] zelfstandig naamwoord
    • stav [-en] zelfstandig naamwoord

cane bijvoeglijk naamwoord

  1. cane (reed; wicker; rush)
    vasstrå

cane

  1. cane

Vertaal Matrix voor cane:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
käpp bar; baton; cane; club; rod; stave; stick; truncheon rod; stake
rotting cane
rör cane tube; tubes
sockerrör cane sugar cane; sugar-cane
spö cane branch; limb; offspring; progeny; scion; shoot; spray; sprig; stick; twig; whip
stav bar; baton; cane; club; rod; stave; stick; truncheon jumping-pole; vaulting-pole
stång bar; baton; cane; club; rod; stave; stick; truncheon baluster; bar; bar of chocolate; beam; cross-beam; pole; post; rod; stake; tablet
vasstrå reed land; reed-bunting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- flog; lambast; lambaste
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cane to strike with
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
karbas cane
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vasstrå cane; reed; rush; wicker

Verwante woorden van "cane":


Synoniemen voor "cane":


Verwante definities voor "cane":

  1. a stiff switch used to hit students as punishment1
  2. a stick that people can lean on to help them walk1
  3. a strong slender often flexible stem as of bamboos, reeds, rattans, or sugar cane1
  4. beat with a cane1

Wiktionary: cane


Cross Translation:
FromToVia
cane stav; stång bâton — Morceau de bois assez long
cane metspö; stav; stång canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.

Verwante vertalingen van cane