Candied in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

candied:
- glansigt; glansig; glaserat; glaserad
candy:
- kristallisera; kandera; inkoka med socker; söta; sockra; karamellisera
- godis; sötsaker; godsaker; älskade; älskling; käraste; vännen; konfekt; kandisocker
- sötsak
Wiktionary:
- candy → kandera
- candy → karamell, godis
- candy → bonbon, karamell, godis, kandera

Engels

Uitgebreide vertaling voor candied (Engels) in het Zweeds

candied:

candied bijvoeglijk naamwoord

candied (glazed; glossy; iced; gleamed)
glansigt; glansig
- glansigt bijvoeglijk naamwoord
- glansig bijvoeglijk naamwoord
candied (glazed; frosted; iced)
glaserat; glaserad
- glaserat bijvoeglijk naamwoord
- glaserad bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor candied:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	crystalised; crystalized; glace; sugar-coated
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
glansig	candied; glazed; gleamed; glossy; iced	glossy; phosphorescent; shining
glansigt	candied; glazed; gleamed; glossy; iced	glasslike; glassy; glazed; glossy; licked; phosphorescent; polished; shining; slick
glaserad	candied; frosted; glazed; iced	glasslike; glassy; glazed
glaserat	candied; frosted; glazed; iced	glasslike; glassy; glazed

Verwante woorden van "candied":

candy

Synoniemen voor "candied":

sugar-coated; sugary
crystalized; crystalised; glace; preserved

Verwante definities voor "candied":

(used especially of fruits) preserved by coating with or allowing to absorb sugar¹
encrusted with sugar or syrup¹
- candied grapefruit peel¹

candied vorm van candy:

to candy werkwoord (candies, candied, candying)

to candy
kristallisera; kandera; inkoka med socker
- kristallisera werkwoord (kristalliserar, kristalliserade, kristalliserat)
- kandera werkwoord (kanderar, kanderade, kanderat)
- inkoka med socker werkwoord (inkokar med socker, inkokade med socker, inkokat med socker)
to candy (sweeten; sugar; make sweet)
söta; sockra
- söta werkwoord (sötar, sötade, sötat)
- sockra werkwoord (sockrar, sockrade, sockrat)
to candy (crystallize; crystalise; crystalize; crystallise)
karamellisera
- karamellisera werkwoord (karamelliserar, karamelliserade, karamelliserat)

Conjugations for candy:

present

candy
candy
candies
candy
candy
candy

simple past

candied
candied
candied
candied
candied
candied

present perfect

have candied
have candied
has candied
have candied
have candied
have candied

past continuous

was candying
were candying
was candying
were candying
were candying
were candying

future

shall candy
will candy
will candy
shall candy
will candy
will candy

continuous present

am candying
are candying
is candying
are candying
are candying
are candying

subjunctive

be candied
be candied
be candied
be candied
be candied
be candied

diverse

candy!
let's candy!
candied
candying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

candy [the ~] zelfstandig naamwoord

the candy (confectionery; sweets; sweetmeats; sweetie; sweet)
godis; sötsaker; godsaker
- godis [-ett] zelfstandig naamwoord
- sötsaker zelfstandig naamwoord
- godsaker zelfstandig naamwoord
the candy (sweetest; treasure; sweetheart; sweetie; honey; peach; darling; dearest; beloved; dear; sweet; sugar; love; deary)
älskade; älskling; käraste; vännen
- älskade zelfstandig naamwoord
- älskling [-en] zelfstandig naamwoord
- käraste [-en] zelfstandig naamwoord
- vännen zelfstandig naamwoord
the candy
godis; sötsaker; konfekt; kandisocker
- godis [-ett] zelfstandig naamwoord
- sötsaker zelfstandig naamwoord
- konfekt [-en] zelfstandig naamwoord
- kandisocker zelfstandig naamwoord
the candy (confectionery; sweets)
godis
- godis [-ett] zelfstandig naamwoord

candy

candy (sweet)
sötsak
- sötsak

Vertaal Matrix voor candy:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
godis	candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets	candies; preserves
godsaker	candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets
kandisocker	candy
konfekt	candy
käraste	beloved; candy; darling; dear; dearest; deary; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure	angel; beloved; darling; darlings; dear; dearest; dears; deary; ducky; heart; hearts desire; honeys; lady-love; ladylove; love; lover; loves; peach; pets; sweetheart; sweethearts; sweetie; young man
sötsaker	candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets	confectionery; patisserie
vännen	beloved; candy; darling; dear; dearest; deary; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure
älskade	beloved; candy; darling; dear; dearest; deary; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure	adoring; beloved; darling; darlings; dearest; deary; ducky; glorifying; heart; hearts desire; lady-love; ladylove; looking exalted; love; lover; loves; peach; pets; sweetheart; sweethearts; sweetie; sweetie pie; worship; young man
älskling	beloved; candy; darling; dear; dearest; deary; honey; love; peach; sugar; sweet; sweetest; sweetheart; sweetie; treasure	angel; beloved; chickadee; cutie; darling; dear; dear child; dearest; deary; doll; ducky; favorite; favourite; heart; hearts desire; ladylove; love; lover; peach; pet; sweet; sweetheart; sweetie; young man
-	confect
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inkoka med socker	candy
kandera	candy
karamellisera	candy; crystalise; crystalize; crystallise; crystallize
kristallisera	candy	crystalise; crystalize; crystallise; crystallize; glaze
sockra	candy; make sweet; sugar; sweeten	sugar; sweeten
söta	candy; make sweet; sugar; sweeten	sweeten
-	glaze; sugarcoat
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sötsak	candy; sweet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
älskade		beloved; cute; dear; nice; sweet

Verwante woorden van "candy":

candying, candied, candies

Synoniemen voor "candy":

confect; sweet; confection
sugarcoat; glaze; sweeten; dulcify; edulcorate; dulcorate

Verwante definities voor "candy":

a rich sweet made of flavored sugar and often combined with fruit or nuts¹
coat with something sweet, such as a hard sugar glaze¹

Wiktionary: candy

candy

verb

to cook, or coat with sugar or syrup
- candy → kandera

noun

piece of candy
- candy → karamell; godis

Cross Translation:

From	To	Via
• candy	→ bonbon; karamell	↔ Bonbon — eine beim Lutschen im Mund zergehende Süßigkeit
• candy	→ godis	↔ Süßigkeit — meist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden
• candy	→ kandera	↔ kandieren — mit einer Zuckerlösung süßen und zugleich haltbar machen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van candied

candied peel

Remove Ads

Vertaal candied van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor candied (Engels) in het Zweeds

candied:

candied bijvoeglijk naamwoord

candied (glazed; glossy; iced; gleamed)

candied (glazed; frosted; iced)

Vertaal Matrix voor candied:

Verwante woorden van "candied":

Synoniemen voor "candied":

Verwante definities voor "candied":

candied vorm van candy:

to candy werkwoord (candies, candied, candying)

to candy

to candy (sweeten; sugar; make sweet)

to candy (crystallize; crystalise; crystalize; crystallise)

Conjugations for candy:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

candy [the ~] zelfstandig naamwoord

the candy (confectionery; sweets; sweetmeats; sweetie; sweet)

the candy (sweetest; treasure; sweetheart; sweetie; honey; peach; darling; dearest; beloved; dear; sweet; sugar; love; deary)

the candy

the candy (confectionery; sweets)

candy

candy (sweet)

Vertaal Matrix voor candy:

Verwante woorden van "candy":

Synoniemen voor "candy":

Verwante definities voor "candy":

Wiktionary: candy

Verwante vertalingen van candied