Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
- busy:
-
Wiktionary:
- busy → upptagen, flitig, jäktig, [[livligt trafikerad]], livlig
- busy → sysselsatt, upptagen
Engels
Uitgebreide vertaling voor busy (Engels) in het Zweeds
busy:
-
busy (busily engaged; occupied; engaged; tied up)
mycket upptaget med; upptaget; upptagen-
mycket upptaget med bijvoeglijk naamwoord
-
upptaget bijvoeglijk naamwoord
-
upptagen bijvoeglijk naamwoord
-
-
busy (industrious; active; humming; operative; busily; hard-working; actively; working; industriously)
företagsamt; flitig; flitigt; arbetssam; arbetssamt-
företagsamt bijvoeglijk naamwoord
-
flitig bijvoeglijk naamwoord
-
flitigt bijvoeglijk naamwoord
-
arbetssam bijvoeglijk naamwoord
-
arbetssamt bijvoeglijk naamwoord
-
-
busy
– Pertaining to time when a person is already scheduled for another task and is not available. 1 -
busy
– Pertaining to the state of a phone line when it is in use. 1upptagen, upptaget-
upptagen, upptaget bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor busy:
Verwante woorden van "busy":
Synoniemen voor "busy":
Antoniemen van "busy":
Verwante definities voor "busy":
Wiktionary: busy
busy
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• busy | → sysselsatt; upptagen | ↔ beschäftigt — ausgelastet durch Tätigkeit |