Bunch in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

bunch:
- vis summa; mängd; massa; bunt; knippa; kärve; ihop sättning; gäng; hord
- klase; radda; skrälldus; tofs
Wiktionary:
- bunch → gäng, blombukett, bukett, blomsterbukett, bunt, mängd, anlopp, folkmass, grupp

Engels

Uitgebreide vertaling voor bunch (Engels) in het Zweeds

the bunch (certain amount; set)
vis summa
- vis summa zelfstandig naamwoord
the bunch (pile; heap; lot; crowd)
mängd; massa
- mängd [-en] zelfstandig naamwoord
- massa [-en] zelfstandig naamwoord
the bunch (sheaf; bundle; wad)
bunt; knippa; kärve
- bunt [-en] zelfstandig naamwoord
- knippa [-en] zelfstandig naamwoord
- kärve [-en] zelfstandig naamwoord
the bunch (assembling; crowd; accumulation; set; gathering; gang; collection; clutter; party)
ihop sättning
- ihop sättning zelfstandig naamwoord
the bunch (crowd; herd; clutter; troop; wattle; lot; heap; gang; troupe; load; party; pack)
massa; gäng; bunt; hord
- massa [-en] zelfstandig naamwoord
- gäng [-ett] zelfstandig naamwoord
- bunt [-en] zelfstandig naamwoord
- hord [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bunt	bunch; bundle; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; sheaf; troop; troupe; wad; wattle	bundle; truss
gäng	bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle	band; crowd; gang; group; horde; panel; party; team
hord	bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; troop; troupe; wattle	common herd; crowd; drove; flock; herd; horde; mob; multitude
ihop sättning	accumulation; assembling; bunch; clutter; collection; crowd; gang; gathering; party; set
knippa	bunch; bundle; sheaf; wad	string; trail; weft; wisp
kärve	bunch; bundle; sheaf; wad
massa	bunch; clutter; crowd; gang; heap; herd; load; lot; pack; party; pile; troop; troupe; wattle	common herd; crowd; drove; flock; herd; horde; mob; multitude
mängd	bunch; crowd; heap; lot; pile	aggregation; amount; collection; dose; lot; number; parcel; quantity; size
vis summa	bunch; certain amount; set
-	caboodle; clump; cluster; clustering; crew; crowd; gang; lot
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bunch together; bunch up; bundle; clump; cluster
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klase	bunch
radda	bunch; pile
skrälldus	bunch; pile
tofs	bunch; tuft

any collection in its entirety¹
a grouping of a number of similar things¹
- a bunch of trees¹
an informal body of friends¹
gather or cause to gather into a cluster¹
- She bunched her fingers into a fist¹
form into a bunch¹
- The frightened children bunched together in the corner of the classroom¹

Cross Translation:

From	To	Via
• bunch	→ gäng	↔ Bande — Gruppe von jung Leuten, die gerne mal Schabernack treiben
• bunch	→ blombukett; bukett; blomsterbukett	↔ Blumenstrauß — eine Zusammenstellung mehrerer Schnittblumen
• bunch	→ bunt	↔ Bund — ein Bündel; etwas, das zusammengebunden oder zusammengeschnürt ist
• bunch	→ mängd; anlopp; folkmass	↔ foule — multitude de gens
• bunch	→ grupp	↔ groupe — ensemble de personnes, voire d’animaux.