Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal bumping

Vertaal bumping van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bumping:
  2. bump:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor bumping (Engels) in het Zweeds

bumping:

bumping [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bumping (thumping; punching)
    stötande; bultande; bankande
  2. the bumping (jolting)
    stöt; skakning
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • skakning [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the bumping
    stötande

Vertaal Matrix voor bumping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bankande bumping; punching; thumping pounding; thumping
bultande bumping; punching; thumping
skakning bumping; jolting convulsion; convulsive movement; fit; fluttering; labour pain; quaking; quiver; quivering; shake; shiver; shrug; shrugging; shudder; spasm; trembling; tremor
stöt bumping; jolting blow; buffer; bump; bumper; clout; jab; nudge; punch; push; shove; slap; smack; thrust; thud; thump; wallop; whopper
stötande bumping; punching; thumping stumbling; thumping
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stöt impact
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skakning convulsing; in convulsions
stötande indecent; objectionable; offending; offensive

bump:

bump [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bump (obstacle; knob)
    hinder; knöl; ojämnhet
    • hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • ojämnhet [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the bump (bulge)
    knöl
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the bump (nudge; push; shove; )
    slag; stöt; dunk; bump; lätt knuff
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • dunk [-en] zelfstandig naamwoord
    • bump zelfstandig naamwoord
    • lätt knuff zelfstandig naamwoord
  4. the bump (crash; boom; smack; )
    krocka; sammanstöta
  5. the bump (thump; thud)
    dunk; stöt; duns; törn
    • dunk [-en] zelfstandig naamwoord
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • duns [-en] zelfstandig naamwoord
    • törn zelfstandig naamwoord
  6. the bump (bruise; swelling; lump)
    knöl; bula; svullnad
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • bula [-en] zelfstandig naamwoord
    • svullnad [-en] zelfstandig naamwoord
  7. the bump
    stöt; ojämnhet
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • ojämnhet [-en] zelfstandig naamwoord

bump

  1. bump
    gupp

Vertaal Matrix voor bump:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bula bruise; bump; lump; swelling blow; bruise; curving; dent; lump; rounding; swelling; swollen spot
bump blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
dunk blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; thud; thump
duns bump; thud; thump blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper
hinder bump; knob; obstacle barrier; barring; block; bother; hindrance; impediment; nuisance; obstacle; obstruction; preventing; prevention; putting off; stonewalling; stopping; stumbling block; thwarting; trouble
knöl bruise; bulge; bump; knob; lump; obstacle; swelling asshole; cur; dirty bastard; fool; knob; nutcase; rattle-brain; scoundrel; son-of-a-bitch
krocka bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump hit; smash; smash hit; smasher; winner
lätt knuff blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
ojämnhet bump; knob; obstacle bumpiness; puffiness; roughness; unevenness
sammanstöta bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump
slag blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust belts; blow; clips; clout; clouts; clump; jab; kind; knock; lapel; nudge; plashing; punch; punches; shocks; slap; sloshing; smack; wallop; wallops; whopper
stöt blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; thud; thump blow; bumping; clout; jab; jolting; nudge; punch; slap; smack; thrust; wallop; whopper
svullnad bruise; bump; lump; swelling hump; lump; swelling; swollen spot
törn bump; thud; thump sting; thorn
- blow
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- break; chance; demote; dislodge; encounter; find; happen; kick downstairs; knock; relegate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gupp bump
stöt impact

Verwante woorden van "bump":


Synoniemen voor "bump":


Antoniemen van "bump":


Verwante definities voor "bump":

  1. an impact (as from a collision)1
    • the bump threw him off the bicycle1
  2. a lump on the body caused by a blow1
  3. knock against with force or violence1
    • My car bumped into the tree1
  4. remove or force from a position of dwelling previously occupied1
  5. dance erotically or dance with the pelvis thrust forward1
    • bump and grind1
  6. come upon, as if by accident; meet with1
  7. assign to a lower position; reduce in rank1

Wiktionary: bump

Cross Translation:
FromToVia
• bump → bula ↔ Beule — Anschwellung der Haut
• bump → upphöjning; kulle ↔ Höcker — kleiner Hügel in der Landschaft
• bump → puckel ↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• bump → svullnad ↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• bump → upphöjning; knöl ↔ protubérance — didactique|fr éminence, saillie.
• bump → utsprång; utbuktning ↔ saillie — Avancée à la surface d’un objet.

Verwante vertalingen van bumping







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0636 seconde
Page rendered in 1.0 seconds