Overzicht
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
- brightness:
-
bright:
- muntert; munter; skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt; förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; talangfullt; begåvat; modern; modernt; smart; klar; klart; ljus; tydligt; ljust; snygg; snyggt; stilig; stiligt; glatt; färgstark; färgstarkt; blank; blankt; klipsk; slug; intelligent; uppenbar; uppenbart; färggrann; klok; eldig; eldigt; spirituös
- nyter
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor brightness (Engels) in het Zweeds
brightness:
-
the brightness (luminosity; clearness; lucidity)
-
the brightness (cleverness; intelligence; sagacity; insight; discernment; smartness)
-
the brightness
– The amount of light that is emitted by a computer monitor or picture displayed on the monitor. 1
Vertaal Matrix voor brightness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klarhet | brightness; clearness; lucidity; luminosity | clarity; clearness; intelligibility; limpidity; lucidity; perspicuity |
lysförmåga | brightness; clearness; lucidity; luminosity | |
smarthet | brightness; cleverness; discernment; insight; intelligence; sagacity; smartness | cleverness; cunning; keenness; sagacity; sharpness |
- | brightness level; cleverness; light; luminance; luminosity; luminousness; smartness | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ljusstyrka | brightness | luminance; luminosity |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ljusstyrka | intensity of light | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klarhet | clear; clear sounding; ringing |
Verwante woorden van "brightness":
Synoniemen voor "brightness":
Antoniemen van "brightness":
Verwante definities voor "brightness":
Wiktionary: brightness
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• brightness | → glans | ↔ Glanz — Schein oder Widerschein, besonders auf glatten Materialien; das leuchten von etwas |
• brightness | → ljusstyrka | ↔ Helligkeit — Leuchtkraft |
bright:
-
bright (cheerful; enthusiastic; happy; gay; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; tidy; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; neat; colourful; funny; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
– characterized by happiness or gladness 2 -
bright (astute; clever; intelligent; wise; ingenious; sagacious; smart; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful)
– characterized by quickness and ease in learning 2skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt-
skarpsinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslug bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
listigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslugt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (sensible; wise; right-thinking; sane; clever; intelligent; smart)
– characterized by quickness and ease in learning 2förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; talangfullt; begåvat-
förståndig bijvoeglijk naamwoord
-
klokt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvad bijvoeglijk naamwoord
-
kvick bijvoeglijk naamwoord
-
talangfull bijvoeglijk naamwoord
-
fyndigt bijvoeglijk naamwoord
-
kvickt bijvoeglijk naamwoord
-
talangfullt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvat bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (trendy; fashionable; spry; nimble; sprightly; dapper; worldly minded)
-
bright (smart; perky; astute; clever; resourceful; wily; sharp)
– characterized by quickness and ease in learning 2 -
bright (clear; distinct; clear-cut; graphic)
-
bright (handsome; smart)
-
bright (colourful; cheerful; florid; colorful)
– having striking color 2klart; klar; glatt; färgstark; färgstarkt-
klart bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
glatt bijvoeglijk naamwoord
-
färgstark bijvoeglijk naamwoord
-
färgstarkt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (shiny; reflective; shining; phosphorescent)
– emitting or reflecting light readily or in large amounts 2 -
bright (intelligent; smart; knowledgable; wise; sensible; brainy; clever; sharp; brilliant)
– characterized by quickness and ease in learning 2klipsk; slug; intelligent-
klipsk bijvoeglijk naamwoord
-
slug bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (evident; obvious; clarifying; as clear as plain day-light; distinct; transparent; clear-cut; clear; flagrant; manifest; clear as daylight; luminous; as plain as day; cooked; done)
-
bright (colourful; blooming; florid; flowered; cheerful; colorful)
– having striking color 2 -
bright (smart; clever; sharp)
klok; smart; talangfull; klokt; begåvat; talangfullt-
klok bijvoeglijk naamwoord
-
smart bijvoeglijk naamwoord
-
talangfull bijvoeglijk naamwoord
-
klokt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvat bijvoeglijk naamwoord
-
talangfullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (spirituous; lively; ardent; spirited)
Vertaal Matrix voor bright:
Verwante woorden van "bright":
Synoniemen voor "bright":
Antoniemen van "bright":
Verwante definities voor "bright":
Wiktionary: bright
bright
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bright | → ljus; blek | ↔ licht — Helder van kleur |
• bright | → ljus; klar | ↔ hell — leuchtend, nicht dunkel |
• bright | → skärpt; klipsk | ↔ hell — klug |
• bright | → ljus | ↔ hell — Farblehre: Eine Farbe mit hohem Weißanteil |
• bright | → ljus | ↔ licht — leuchtend |
• bright | → klar; tydlig; ljus | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• bright | → lysande | ↔ luisant — Qui luire, qui jeter quelque lumière. |