Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bracing:
  2. brace:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bracing (Engels) in het Zweeds

bracing:


Vertaal Matrix voor bracing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- brace
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- brisk; fresh; refreshful; refreshing; tonic
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
upplivande bracing; cheering; stimulating

Verwante woorden van "bracing":

  • bracingly

Synoniemen voor "bracing":


Verwante definities voor "bracing":

  1. imparting vitality and energy1
    • the bracing mountain air1
  2. a structural member used to stiffen a framework1

bracing vorm van brace:

brace [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the brace (accolade)
    akkolad
  2. the brace (gimlet)
    borrsväng; handborr; vrickborr
  3. the brace (clamp; lock)
    klämma
    • klämma [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brace:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkolad accolade; brace
borrsväng brace; gimlet brace and bit; drill; gimlet; hand drill
handborr brace; gimlet hand drill
klämma brace; clamp; lock clamp; clip; cramp; cramp-iron; small clamp
vrickborr brace; gimlet
- bitstock; braces; bracing; gallus; orthodontic braces; pair; suspender
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klämma pinch; press; squeeze
- arouse; energise; energize; perk up; poise; stabilise; stabilize; steady; stimulate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
brass brace
brassa brace
hängsle brace
stämp brace; post
stålsätta brace; steel

Verwante woorden van "brace":


Synoniemen voor "brace":


Antoniemen van "brace":

  • de-energise; de-energize; sedate

Verwante definities voor "brace":

  1. a structural member used to stiffen a framework1
  2. a carpenter's tool having a crank handle for turning and a socket to hold a bit for boring1
  3. an appliance that corrects dental irregularities1
  4. a support that steadies or strengthens something else1
    • he wore a brace on his knee1
  5. elastic straps that hold trousers up (usually used in the plural)1
  6. a rope on a square-rigged ship that is used to swing a yard about and secure it1
  7. either of two punctuation marks ({ or }) used to enclose textual material1
  8. a set of two similar things considered as a unit1
  9. cause to be alert and energetic1
  10. support by bracing1
  11. support or hold steady and make steadfast, with or as if with a brace1
    • brace your elbows while working on the potter's wheel1
  12. prepare (oneself) for something unpleasant or difficult1

Wiktionary: brace


Cross Translation:
FromToVia
brace hängsle Hosenträger — dehnbare Träger, die über die Schultern geführt werden und am Hosenbund befestigt sind, um das Herunterrutschen der Hose zu verhindern
brace klämma; klammer KlammerZahnmedizin: Vorrichtung zur kieferorthopädischen Korrektur von Zähnen
brace klammer accolade — Action d’embrasser en mettant les bras autour du cou.
brace stötta étrésillon — construction|fr pièce de bois qu’on place en travers dans les tranchées d’une fondation, dans les galeries d’une mine pour empêcher les terres de s’ébouler.