Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bogus:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bogus (Engels) in het Zweeds

bogus:

bogus bijvoeglijk naamwoord

  1. bogus (false; fictitious; faked; )
    falsk; falskt
    • falsk bijvoeglijk naamwoord
    • falskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bogus:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bastard; fake; phoney; phony
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falsk bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy affected; artificial; bad; badly; behind one's back; changeling; cunning; double-tongued; evil-minded; faked; false; falsely; feigned; foul; indecent; inharmonious; jarring; low; lying; malicious; mean; mendacious; nasty; offensive; phoney; pretended; ribald; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; supposititious; underhand; unmelodious; untruthful; vicious; vile; with evil intention
falskt bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy affected; artificial; bad; badly; behind one's back; changeling; cunning; disordered; double-tongued; evil-minded; faked; false; falsely; feigned; foul; higgledy-piggledy; indecent; inharmonious; jarring; jumbled; low; lying; malicious; mean; mendacious; mistaken; nasty; offensive; phoney; pretended; ribald; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; supposititious; underhand; unmelodious; untrue; untruthful; vicious; vile; with evil intention; wrong

Synoniemen voor "bogus":


Verwante definities voor "bogus":

  1. fraudulent; having a misleading appearance1

Verwante vertalingen van bogus