Bitter in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

bitter:
- bitter; bittert; surt; sur; jätte argt; jätte arg; dystet; dyster
- besk
Wiktionary:
- bitter → bitter
- bitter → bitter, bitterkall, besk, amper, egg, gräll, gäll, skarp, kärv

Engels

Uitgebreide vertaling voor bitter (Engels) in het Zweeds

bitter
bitter; bittert
- bitter bijvoeglijk naamwoord
- bittert bijvoeglijk naamwoord
bitter (sour)
surt; sur; bittert
- surt bijvoeglijk naamwoord
- sur bijvoeglijk naamwoord
- bittert bijvoeglijk naamwoord
bitter (furious; blazing; angry; virulent; fiery; indignant; glaring; sharp)
jätte argt; jätte arg
- jätte argt bijvoeglijk naamwoord
- jätte arg bijvoeglijk naamwoord
bitter (dour)
dystet; dyster; bittert
- dystet bijvoeglijk naamwoord
- dyster bijvoeglijk naamwoord
- bittert bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bitterness
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sur		embitter; sour; turn
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	acrimonious; biting
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bitingly; bitterly; piercingly
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besk	bitter
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bitter	bitter	embittered; exasperated; fierce; full of sadness; grievous; pained; painful; saddened
bittert	bitter; dour; sour	full of sadness; grievous; pained; painful; saddened
dyster	bitter; dour	dismal; mopish; rainy
dystet	bitter; dour
jätte arg	angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent
jätte argt	angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent
sur	bitter; sour	angry; cross; disgruntled; enraged; incensed; put out; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful
surt	bitter; sour	angry; cross; disgruntled; enraged; incensed; put out; sourish; tasting sourishly; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful

acrimonious; resentful
intolerable; unbearable; unendurable
acerb; acerbic; acid; acrid; blistering; caustic; sulfurous; sulphurous; venomous; virulent; vitriolic; unpleasant
sorrowful
hostile
tasty
biting; painful
ale
bitterness; taste; taste sensation; gustatory sensation; taste perception; gustatory perception
taste property
change taste
piercingly; bitterly; bitingly

marked by strong resentment or cynicism¹
- bitter about the divorce¹
proceeding from or exhibiting great hostility or animosity¹
- a bitter struggle¹
- bitter enemies¹
expressive of severe grief or regret¹
- shed bitter tears¹
causing a sharply painful or stinging sensation; used especially of cold¹
- bitter cold¹
causing a sharp and acrid taste experience¹
- quinine is bitter¹
very difficult to accept or bear¹
- the bitter truth¹
- a bitter sorrow¹
extremely and sharply¹
- bitter cold¹
the property of having a harsh unpleasant taste¹
the taste experience when quinine or coffee is taken into the mouth¹
English term for a dry sharp-tasting ale with strong flavor of hops (usually on draft)¹
make bitter¹

bitter

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• bitter	→ bitter	↔ bitter — übertragen: im Sinn von unangenehm
• bitter	→ bitter	↔ bitter — Geschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
• bitter	→ bitterkall	↔ bitterkalt — Temperatur: außerordentlich kalt
• bitter	→ besk; bitter	↔ herb — die Geschmacksrichtung bitter
• bitter	→ amper; egg; gräll; gäll; skarp	↔ aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
• bitter	→ besk; bitter; kärv	↔ amer — Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café.
• bitter	→ amper; egg; gräll; gäll; skarp	↔ cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
• bitter	→ bitter; skarp	↔ âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.