Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. being:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor being (Engels) in het Zweeds

being:

being [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the being (existence; life; path of life)
    liv; livsväg; existens; varande
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • livsväg zelfstandig naamwoord
    • existens [-en] zelfstandig naamwoord
    • varande zelfstandig naamwoord
  2. the being (person; mortal; individual; human being)
    person; människa; varelse; individ
    • person [-en] zelfstandig naamwoord
    • människa [-en] zelfstandig naamwoord
    • varelse [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord

being bijvoeglijk naamwoord

  1. being
    som är

Vertaal Matrix voor being:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
existens being; existence; life; path of life
individ being; human being; individual; mortal; person character; human; human being; individual; lone wolf; loner; man; person
liv being; existence; life; path of life argy-bargy; commotion; durability; existences; flow; fuss; hubble-bubble; hubbub; hullabaloo; influx; life; lifetimes; lives; permanence; permanency; rush; squabbling; squash; stampede; stir; uproar
livsväg being; existence; life; path of life
människa being; human being; individual; mortal; person human; human being; individual; man; person
person being; human being; individual; mortal; person character; human; human being; individual; man; person
varande being; existence; life; path of life
varelse being; human being; individual; mortal; person creation; creature
- beingness; existence; organism
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
som är being

Verwante woorden van "being":

  • beings

Synoniemen voor "being":


Antoniemen van "being":

  • nonexistence; nonbeing

Verwante definities voor "being":

  1. a living thing that has (or can develop) the ability to act or function independently1
  2. the state or fact of existing1
    • a point of view gradually coming into being1

Wiktionary: being

being
noun
  1. the state or fact of existence
  2. a living being

Cross Translation:
FromToVia
being varelse; väsen Wesen — in bestimmter Art und Weise in Erscheinung Tretendes, meist lebendiger Organismus
being väsen êtreexistence, c’est-à-dire le fait d’exister, au sens abstrait.

Verwante vertalingen van being